- 33 - 25 oktober 1984 de uitwerking komen. Overigens ben ik erg blij met de beantwoording van de wethouder, dat hij met ons van mening is dat we nu met dit stuk op weg kunnen. U zei dat er vanaf juni hard gewerkt was en inderdaad ben ik het met u eens* ik heb bewondering voor de ambtenaren, wat die de laatste maanden opgebracht hebben aan tijd en energiel Het is alleen jammer dat we niet eerder zo met elkaar op één spoor kwamen, maar dat was een consta tering van mij en die houd ik overeind. Ik denk dat we ook over de commissie welzijnsplanning in eerste instantie moeten praten en dat we daarna met elkaar, met de commissie welzijnsplanning tot een bepaalde systematiek moeten komen, want anders krijgen we weer verwarring. U constateerde het zelf: het is over en weer. Ik denk dat we dat moeten voorkomen, want anders houden we strubbelingen en boze brieven,misschien wel naar elkaar. We moeten nu eens ophouden met het geharrewar en aan een welzijnsbeleid ons best gaan doen, ook in tijden waarin de bomen niet meer tot de hemel groeien. Ik ben overigens blij dat u onze voorstellen overneemt en verwacht dan ook een wijziging van dit voorstel. Heer VAN GARDEREN: Mijnheer de voorzitter, de wethouder heeft gezegd dat de suggestie die ik gedaan heb een persoonlijke zaak is voor een ieder in de raad en vandaar dat ik nu een motie in wil dienen van de volgende strekking: De raad der gemeente Soest, in vergadering bijeen op 25 oktober 1984, overwegende: dat in de vast te stellen 'hoofdlijnen voor een te voeren welzijns beleid' een punt van essentieel belang wordt gemist, spreekt uit in de hoofdlijnen voor een te voeren welzijnsbeleid onder hoofdstuk II, punt Le het volgende op te nemen: algemeen uitgangspunt is, dat de welzijnsaktiviteiten, waarvoor de gemeente materiële steun verleent, niet strijdig mogen zijn met de wet des Heren, en gaat over tot de orde van de dag. Ik dacht dat het goed is, als een ieder zich hierover zou uitspreken. Het valt mij op dat de heer Visser zo goed weet, wat de SGP doet en minder goed weet wat de GPV doet, ik zou haast denken dat hij sympathie heeft voor de SGP. Hij is dan ook welkom als hij zich volledig achter onze uitgangspunten schaart. VOORZITTER: Mijnheer Van Garderen, zo'n voorstel moet wel ondersteund worden voordat het in diskussie kan worden gebracht. Ik constateer dat dat het geval is. Verder is het de gewoonte dat moties niet door de leden van de raad zelf worden voorgelezen, maar aan de voorzitter worden aange boden die het dan voorleest.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1984 | | pagina 250