- 43 -
25 oktober 1984
de helft van de gemeente is.Dus u mag niet zeggen - in ieder geval als het
om dit punt gaat - dat daar al niet in ruime mate over overlegd is.
Punt F. hogere bijdrage jeugd- en jongerenwerk. Ik denk dat één ding
duidelijk moet zijn als er gesuggereerd wordt dat het een extra bezuini
ging voor de instelling betekent, dat het een onjuiste conclusie is.
Ik mag niet meer verder spreken, de band is stuk, begrijp ik.
VOORZITTER: Ik schors de vergadering, de woorden worden niet voor het
nageslacht bewaard, dat kan niet. Ik verzoek de secretaris om met de
ambtenaren die hier aanwezig zijn te trachten het verslag zo goed mogelijk
verder te schrijven. We gaan verder met de bespreking, dat betekent dat er
geen woordelijk verslag komt, maar een verslag in hoofdlijnen. We gaan door
met de vergadering.
Wethouder KINGMA: De cassetterecorder loopt nog, dus ik hoop dat mijn
woorden toch nog te volgen zijn voor het nageslacht en dan moeten ze zelf
maar uitmaken of het belangrijk genoeg is geweest. De hogere bijdrage
jeugd- en jongerenwerk, daar was ik gebleven, voorzitter en de opmerking
dat het niet juist is om er vanuit te gaan dat dat een extra bezuiniging
voor de instelling betekent. De gang van zaken is zo, dat in de subsidie
verordening is vastgesteld dat een bepaald percentage eigen bijdrage van
de deelnemers wordt verwacht. En dat wordt in zijn totaliteit in de
begroting van een bepaalde instelling opgeteld en dat percentage wordt
dan van het te subsidiëren bedrag afgetrokken. Dat betekent dat ervan wordt
verondersteld dat het echt een eigen bijdrage van de deelnemers is. Dat
kan ook anderszins gevonden worden en dat gebeurt ook regelmatig bij
instellingen door middel van allerleid akties zoals het ophalen van oud
papier. Dat laat ook de vrijheid aan de instellingen om zelf uit te maken
waar ze de verhoging wil doorberekenen en waar niet. Maar in het gesprek
met de instellingen zal ongetwijfeld daar het een en ander over gezegd
worden en ik zal u na afloop daarvan verder kunnen informeren. Als u een
opmerking maakt over de werkelijksheidswaarde rond de 60.000,= bij de
R.M.A. (muziekschool), dan heeft u voldoende tekst gekregen om te weten
waarop dat bedrag is gegrondvest. Ik kan u vertellen dat een eerste overleg
met de drie colleges die betrokken zijn bij de gemeenschappelijke regeling
en het bestuur van de muziekschool heeft plaatsgevonden, dat er ambtelijk
overleg is geweest en dat half november er een bestuurlijk overleg plaats
vindt. We zullen kijken wat de uitkomsten daarvan zijn. Het is - dat geldt
in zijn algemeenheid - te vroeg om op voorhand al aan te geven dat bepaalde
bedragen onhaalbaar zouden zijn. Ik vind het onjuist om daar nu al vanuit
te gaan. Punt I. de zaalhuursubsidie. Daar waar twijfels zijn geuit omtrent