- 10 -
17 december 1984
rioolretributie opgelegd. Nu weten we allemaal dat er niets zo definitief is
als tijdelijke maatregelen van de overheid. Maar we zouden best eens kunnen
laten zien dat wij het begrip 'tijdelijk' letterlijk nemen door deze retri
butie in de naaste toekomst te reduceren of af te schaffen. Graag vernemen
we van het college hoe daar binnen het college over wordt gedacht.
Met de meerjarenbegroting kunnen wij wel instemmen, zij het, dat we daarbij
uitdrukkelijk aantekenen dat de definitieve beslissingen van nieuwe inves
teringen bij de desbetreffende kredietaanvragen zullen worden genomen.
Vermits dit echter een apart agendapunt van deze vergadering is, hopen we
daar alsdan nog op terug te komen, temeer, daar de eventuele voorfinanciering
van een nieuw politiebureau ons inziens direkte gevolgen heeft voor de meer
jarenraming en de ruimte van de investeringen.
Wij dringen er bij het college op aan, om de ontstane ruimte ten gevolge van
de bezuinigingen niet onmiddellijk op te vullen door nieuwe investeringen.
We kunnen nu al vaststellen,dat er in de naaste toekomst grote bedragen
nodig zullen zijn voor de bodemsanering. Voor wat betreft dit onderwerp
dringt de CDA-fraktie er bij het college op aan om terzake een zo scherp
mogelijke controle uit te oefenen.
Ten aanzien van de bezuinigingen in de sektor welzijn kan ik kort zijn, om
dat deze bij een apart agendapunt worden behandeld. Wel wil ik graag van het
college horen hoe het er nu, op dit moment, mee staat. En daarmee bedoel ik
dan hoe het overleg met de instellingen is verlopen en wat de verwachtingen
zijn. Wel wil ik stellen dat ik het ontoelaatbaar acht, dat het college
zich met de interne zaken van de Stichting Jeugdzorg bemoeit, in casu met
de personeelsformatie, terwijl dit bij de andere instellingen niet het geval
is. Mijn fraktie geeft het college in overweging om de subsidieverordening,
zo dit nodig is, te wijzigen op dit punt. Maar nogmaals, bij het betreffende
agendapunt komen wij er nader op terug.
Er is afgesproken om de algemene beschouwingen zo kort en zo sober mogelijk
te houden, zonder in al te veel details te vervallen. Maar toch wil ik daar
een enkele uitzondering op maken. Het jaar 1985 -ik memoreerde dat al- is
ook voor het onderwijs een bijzonder jaar. Immers, per 1 augustus 1985 treedt
de nieuwe wet op het basisonderwijs in werking en daarmee komt de L.0. wet
1920 en de K.0. wet 1956 te vervallen. Gelukkig is in onze gemeente de
verhouding tussen de mensen in het onderwijsveld, schoolraad, schoolbestuur
en gemeentebestuur zodanig goed, dat zich in dat opzicht wel geen problemen
zullen voordoen. Maar er zal op alle betrokkenen wel een zware wissel ge
trokken worden.