- 17 - 17 december 1984 dat we binnen de gegeven ruimte, beleid kunnen gaan voeren. Ik zou willen bepleiten om niet te zeer te aarzelen om daar waar die ruimte er is en daar waar inderdaad projekten zijn die hoogstnoodzakelijk uitgevoerd moeten worden, die ook ter hand te nemen. Heer VAN GARDEREN: Mijnheer de voorzitter, het is een goede zaak om jaar lijks, ter gelegenheid van de behandeling van de nieuwe begroting, stil te staan bij het gevoerde en te voeren beleid. Zo'n evaluatie en zo'n pers- pektief geeft gelegenheid om als college en raad en ook als lid van de raad de gemeentelijke belangen in z'n breedte en diepte te overzien en daar over enkele opmerkingen te maken. Ik realiseer mij dat het slechts enkele kanttekeningen kunnen zijn. Ons gevoerde en te voeren beleid dient te voldoen aan de eisen van een goed rentmeesterschap. Deze bijbelse notie is richtinggevend en normbepalend voor het handelen van mijn fraktie. Als ik in dat licht het beleid van de afgelopen jaren bezie, dan moet ik vaststellen dat we bezig zijn de gevolgen van een niet in alle opzichten verantwoord beheer uit het verleden geleide lijk aan te overwinnen. Ik noem enkele zaken die in het verleden naar mijn overtuiging verkeerd zijn gegaan: - er is teveel aan potverteren gedaan, door de gemeentelijke uitgaven uit te laten gaan boven de budgettaire mogelijkheden; - Gods aarde hebben wij op verschillende plaatsen grondig laten verknoeien door afvalprodukten en andere chemische rommel; - er is luchtverontreiniging gepleegd -en niet alleen in Soest- waardoor onze mooie bossen te lijden hebben of zullen krijgen van zure regen; - en om een bestuurlijk aspekt te noemen, er is in het verleden onvoldoende planmatig gehandeld; er ontbrak een visie op middellange termijn, met name wat betreft het beheer van de financiële middelen. Een en ander heeft tot gevolg gehad dat we nu te maken hebben met: a. een zeer hoog niveau van de onroerend goedbelasting; het Soester niveau gaat ver uit boven het landelijk gemiddelde. Uit een recent onderzoek van het C.B.S. trek ik de volgende vergelijking voor gemeenten met 20.000 tot 50.000 inwoners over 1982: gemiddelde opbrengst voor gemeenten met oppervlaktemaatstaf 135,= per inwoner, voor Soest is dit 175,= per inwoner, of liefst 30% boven het gemiddelde. b. een grondbedrijf dat slechts door zware financiële offers weer gezond te maken is; c. het doen van grote investeringen, denk maar aan het politiebureau en

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1984 | | pagina 302