- 18 - 17 december 1984 een nieuw gemeentehuis. Voorts zijn er nog veel civiele werken te ver richten; d. we krijgen nog flinke lasten te dragen als gevolg van milieuverontreini ging. Conclusie: ons rentmeesterschap is niet in alle opzichten verantwoord te noemen. Uit die les zullen we lering moeten trekken. Eén les zou kunnen zijn dat we meer dan tot nu toe werk moeten maken van financiële planning. Vanuit die overtuiging heeft mijn fraktie in het recente verleden ook gedachten geuit en daartoe ook een initiatief-voorstel ingediend. Ik onderken met genoegen dat het college -zij het aarzelend- enkele gedachten overneemt c.q. begint uit te werken. Ik sluit mijn ogen ook niet voor signalen die er op wijzen, dat het door mij genoemde aspekt aandacht, meer aandacht krijgt. Ik noem: een bezinning op het beleid ten aanzien van de reserves (en Soest beschikt over reserves van flinke omvang); - een aanzet t.a.v. het dekkingsbeleid van dienstverleningen (toepassing profijtbeginsel) hoewel ik daarin meer voortgang zou willen zien; - een tendens om voorzichtig te zijn met verdere lastenverzwaring voor de burgerij Maar, mijnheer de voorzitter, we zijn er nog niet. Ik pleit ervoor om ver der te gaan op deze weg. Enkele verlangens in dit vlak: - een verdere uitbouw van de meerjarenplanning door - bijvoorbeeld voor een aantal jaren- vast te leggen hoeveel financiële ruimte jaarlijks wordt uitgetrokken voor nieuw beleid (onder nieuw beleid verstaan wij die inves teringen welke het voorzieningenniveau vergroten) - de besteding van de ruimte voor nieuw beleid zou ik gaarne door priori teitenbepaling door alle frakties vooraf willen vaststellen, aan de hand van een complete lijst van alle gewenste nieuwe uitgaven c.q. investeringen, zodat we de echte urgente dingen eerst uitvoeren; we kunnen niet alles tegelijk; - als er volstrekte duidelijkheid is over het totaal van de uitgaven, incl. nieuw beleid, dan is het mogelijk een goed evenwichtig dekkingsplan te maken, waarbij we op verantwoorde wijze kunnen afwegen op welke manier we een sluitend budget kunnen behouden; Daarvoor zijn een aantal middelen voorhanden, waaraan we ook een priori teitenvolgorde kunnen toekennen. Ik geef de mijne: Allereerst verdere efficiency-maatregelen; dat moet voortdurend aandacht hebben. Dan inzet van reserves -voor zover verantwoord- als dekkingsmiddel. Vervolgens bezuinigingen door middel van beleidsombuigingen c.q. taakver minderingen. En dan pas verhoging van de onroerend goedbelasting -zo dat

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1984 | | pagina 303