- 22 - 17 december 1984 4 A4-tjes duren. Afgaande op de G&.E ben ik de enige die het achterwege laten van dit toneelstuk niet zou hebben betreurd. Maar u kent D'66 en u kent mij: we aanvaarden de realiteit en die is dus dat we hier en nu aan de zaal voor lezen wat u en de pers al dagen op zich hebben kunnen laten inwerken. Over tijdverspilling gesproken in 1984'. In dit jaar hebben wij, raad en college, al minstens bij drie gelegenheden brede beleidsvisies kunnen uitdragen, terwijl nu op die begrotingsonderdelen die daartoe uitnodigen, nog ruimschoots kan worden ingesprongen. In 1984, mijnheer de voorzitter, zijn wij, u,de ambtenaren geconfronteerd met een samenloop van problemen van verschillende aard op het financiële vlak. Nieuwe wetgeving, het doorvoeren van de eigen ingrijpende beleidsbeslissingen, en personele onderbezetting. Het is op grond daarvan, dat ik begrip heb voor de gespreide toelevering van de informatie die nodig is voor een behoorlijke begrotingsbehandeling. Deze presentatie heeft het toch al niet zo eenvoudige voorbereiden van de begrotingsdiskussie danig bemoeilijkt en dat maakt mijn begrip wel eenmalig. Tegelijkertijd mag u mijn opmerking overigens opvatten als een comliment aan al diegenen, die de tot nu toe geleverde stukken -ik denk dan toch met name aan de begroting en de meerjarenraming- hebben samen gesteld en geproduceerd. Mijnheer de voorzitter, voor het vervolg van mijn betoog is het goed om één feit uitdrukkelijk vast te stellen. Dat is, dat beklag over de financiële positie van onze gemeente nu abslouut misplaatst mag heten. Hetgeen overigens vanzelfsprekend geen uitnodiging vormt tot onvoorzichtig omgaan met op zich voorhanden middelen. In de nota van aanbieding geeft het college inzicht in zijn visie op de rol van de gemeente. Hoewel ik die visie in grote lijnen onderschrijf, vind ik er één element in onvoldoende mate in doorklinken en dat is menselijke warmte. Ook in het ik-tijdperkblijft er voor het gemeenschapsbestuur dat 'gemeente' heet, een zorgtaak over, die wel even verder reikt dan het "niet uit het oog mogen verliezen van behoeften". U bent tot nu toe een aantal malen uitge nodigd geweest door alle frakties en laatstelijk tijdens de commissievergade ring over de begroting, om aan uw en onze zorg voor de minima uitdrukking te geven door het stellen van een daad. Dat zou dus zijn: het doen van een voorstel. Die daad hebt u niet gesteld en ik kan niet anders dan ronduit teleurgesteld zijn in het feit dat bij de gepubliceerde incidentele beste dingsvoornemens, ter waarde van 3 ton, een voorstel van de aangeduide aard ontbrak. Ik nodig u dan ook uit dan toch uiterlijk februari alsnog met een voorstel te komen.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1984 | | pagina 307