- 32 -
26 januari 1984
ontkennen, daar zijn dan ook voorzieningen voor nodig. Ook wil ik wijzen op
de uitspraak van een kinderpsychiater dat het voor het jonge kind van het
allergrootste belang is dat het één persoon heeft, veelal de moeder, die
altijd in de nabijheid van het kind verkeert en aan wie het zich emotineel
kan vastklampen. Het onderbrengen van kinderen in peuterspeelzalen is niet
meer dan een surrogaat van de gezinsopvoeding. Om ons standpunt te onder
strepen zal ik tegen dit voorstel stemmen.
Wethouder KINGMA: Misschien is het wat eigenwijs van mij, maar ik denk dat
de heer van Garderen zich wat ongenuanceerd uitdrukt als hij beweert dat
door middel van een subsidie de gemeente een gezinstaak overneemt. Ik denk
dat hier een partikulier initiatief ligt, wat mogelijkheden biedt aan kleuters
om enkele dagdelen per week in het gezelschap van andere peuters, onder
gekwalificeerde leiding, door te brengen. Naar mijn mening is het toch niet
juist om te beweren dat daarmee een gezinstaak wordt overgenomen. Dat is een
verantwoordelijkheid van de ouders zelf, die keuze. Verder vindt het in
beperkte mate plaats. U haalt een kinderpsychiater aan, ik zou zeggen: praat
u eens met de kinderen. Overigens zouden er tientallen andere kinderpsychia
ters en pedagogen aan te halen zijn, die weer iets anders beweren. Ik denk
dat je gewoon op de ervaring moet afgaan, dan blijkt dat het een belangrijke
sociale funktie vervult dat ook peuters in ruime mate met elkaar in contact
kunnen komen onder verantwoord toezicht.
VOORZITTERIk constateer dat de heer Van Garderen tegen dit voorstel blijft.
Het voorstel wordt aangenomen.
12. Voorstel tot officiële naamgeving aan de openbare kleuter- en lagere school
Overhees aan de Wi1laertstraat
Mevr. MEIJER: Ik wil alleen opmerken dat het schoolteam niet erg kreatief
is geweest bij het namen noemen.
VOORZITTER: Tenzij er nog een andere suggestie gedaan wordt, zal deze school
het er mee moeten doen. Het voorstel wordt aangenomen, zonder stemming.
13. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet uit het fonds kunstaan
kopen.
Mevr. NOLEN: Voorzitter, in tijden waarin bezuinigd wordt, worden voorstellen
om geld te besteden aan kunst uiteraard niet altijd met enthousiasme ont
vangen. Ik ben van mening dat hier een mogelijkheid ligt om via de Beeldende
Kunstenaars Regeling en bovendien een bijdrage van de Woningbouwvereniging
St.Joseph toch een projekt te realiseren. Bovendien is dit een B.K.R.-prójekt
dat nu eens niet in een of andere kelder wordt weggestopt, maar een muur
schildering die voor iedereen zichtbaar is. Muurschilderingen zijn bovendien
de oudste kunstuitingen.