- 3 -
19 december 1984.
verlaging of kwijtschelding van andere tarieven in aanmerking te komen.
We denken dat het het overwegen waard is om daar eens naar te kijken, we
kunnen dan ook bekijken, gezien de omvang van de gemeente Kampen en van
de gemeente Soest, wat je ongeveer nodig zou moeten hebben om bepaalde
zaken wel of niet te doen. In de commissie welzijn en in financiën zou dat
een keer besproken kunnen worden op korte termijn. We kunnen goed op andere
gemeenten letten, want er zijn er al zo'n 50 tot 60 die een beleid hebben
ontwikkeld daarin.
Heer VERHEUSVoorzitter, eerst een paar reakties naar de andere politieke
groeperingen. Ik heb mijnheer Van Gelder horen zeggen: wij vinden het voor
1986 -dat zou ons magerste jaar zijn in de meerjarenplanning- niet direkt
bezwaarlijk als er een begroting op tafel zou liggen met een tekort van
800.000,=. Dan wil ik er wel aan herinneren dat ook mijnheer Van Gelder
bij de vorming van dit college namens zijn fraktie het program van dit
college, de uitgangspunten, mede heeft ondertekend en dat gaat uit van een
sluitende begroting. Door de PvdA-fraktie is, voor wat het kwijtscheldings-
beleid betreft, gepleit om de norm daarvan boven de bijstandsnorm of gelijk
aan of benéden de bijstandsnorm te gaan toepassen om in die zin wat voor
deze mensen te kunnen doen. Ik weet niet precies wat daarmee bedoeld wordt,
maar ik heb gezegd, als er voor deze mensen wat gedaan wordt in het kader
van de verruiming van het kwijtscheldingsbeleid, dan zouden we natuurlijk
alles eerst goed op papier moeten hebben en dan zou mijn voorkeur uitgaan
naar een kwijtscheldingsbeleid op dezelfde normen gebaseerd als voor de
rijksbelastingen geldt.
Er is gezegd -ik meen door mijnheer Pothuizen, dat wij het minst enthousiast
zouden zijn over het optreden van de wethouder van financiën. Daar voel ik
mij uiteraard op aangesproken, als die indruk gewekt is, dan is dat niet juist.
Ik denk dat het de taak van de raad is om het college in zijn totaliteit
kritisch te volgen. Daar heeft de betrokkene misschien een andere conclusie
aan verbonden.
Wat mijnheer Krijger tegen mijnheer Visser gezegd heeft, kan ik alleen maar
onderstrepen
In mijn algemene beschouwingen heb ik voorzichtig gevraagd wat het college
zou denken van ons voorstel, onze suggestie in het kader van de woonlasten.
Het verlichten van woonlasten staat totaal los van het kwijtscheldingsbeleid
Ik onderstreep dat wij de minima moeten ontzien. Ik zag laatst een berekening
waaruit bleek dat het verschil tussen minimum inkomen en modaal inkomen
netto slechts 70,= bedroeg. Dat geeft toch te denken en in dat licht
hebben wij gepleit voor het ontlasten van de woonlasten. Dat maakt een
gat van 375.000,= of daaromtrent. Wellicht kan ik daar bij de begroting