- 33 -
19 december 1984
De woningen die we op het moment bouwen zijn voor die jeugd al te duur, we
moeten ze een woning beschikbaar kunnen stellen tegen een betaalbare prijs.
Ik ben bang dat ze dan gedwongen zullen zijn om buiten Soest een woning te
gaan zoeken. We moeten nu al flatsplitsingen toepassen, via de woningbouw
verenigingen, omdat de huren van de flats niet meer te betalen zijn. Natuur
lijk creëer je daarmee van de 12 woningen er zo'n 18, dat is ook een voordeel.
We zouden met een plan een bepaalde zekerheid in moeten bouwen dat we over
een aantal jaren ook nog voor een redelijke prijs woningwetwoningen kunnen
bouwen
Wethouder MENNE: Voorzitter, het splitsen van woningen gebeurt om andere
redenen dan u nu noemt, mijnheer Van den Brakel
Heer VAN DEN BRAKEL: Mijnheer de voorzitter, de woningbouwvereniging St.
Joseph adverteert in de krant met beschikbare flats, 5-kamerflatsDat is
een bewijs dat we in die categorie woningen gebouwd hebben die nu niet meer
betrokken worden. Dan vraag ik mij af hoe het er over 5 jaar uit zal zien.
Wethouder PLOMP: Mijnheer de voorzitter, ik deel toch wel de verontrusting
van de PvdA-fraktie met betrekking tot de toekomst met name wat betreft de
betaalbare woningen. Wij weten natuurlijk dat de woningwetwoningen waar u
het over heeft mondjesmaat aan ons worden toebedeeld. Wij streven er steeds
naar om de woningen die wij bouwen een zodanige maandlast mee te geven, dat
die enigszins in overeenstemming is met de maandlast die de woningwetwoningen
zouden hebben als we die gekregen zouden hebben.
Het is dus niet zo dat alleen in de toekomst er mogelijk pmblemen zullen
zijn met betrekking tot een redelijke maandlast, ik denk dat die problemen
zich nu al voordoen. Dit is mede het gevolg van het feit dat er nu eenmaal
een rijksbeleid is dat woningwetwoningen zoals wij die voor de geest hebben,
aan groeikernen toewijzen. Degenen die daar omheen wonen willen ook graag
in hun eigen omgeving een huisje vinden. Wij doen ons best om zowel voor de
huidige jeugd als voor de toekomstige jeugd in ieder geval ruimte beschik
baar te houden. Daartoe hebben wij ook onze notitie woningbouw aan de com
missie aangeboden, waarin staat wat wij tot 1990 zullen doen. Verder ver
delen we in het werkplan ruimtelijke ordening de ruimte en helmaal pessi
mistisch met betrekking tot de ruimte ben ik op dit moment niet.
Heer VAN DEN BRAKEL: Voorzitter, gezien de beschikbare ruimte voor het
bouwen van huizen zullen we toch op een gegeven moment landbouwgronden of
gronden die voor andere doeleinden bestemd zijn, moeten gaan gebruiken.
Wij vragen u om zuinig met de grond om te gaan.
Wethouder PLOMP: In het kader van het streekplan is het uiteraard bekend
wat die gronden zullen zijn. Eergisteren heb ik in de richting van de heer