- 36 -
26 januari 1984
zoals bij een B.KR-opdracht gebruikelijk is en die wordt op dit moment
gevolgd. Omdat de B.K.R. niet in voldoende mate toereikend is om deze
opdracht zomaar te kunnen geven noopt die procedure ons aan de raad te
vragen een extra bedrag beschikbaar te stellen. Op het moment dat de
gedachte gaat leven om te kijken of iets dergelijks mogelijk is, op het
moment dat een nauwkeurige kostenraming bekend is aan de hand van een schets
ontwerp, op het moment dat de financiering nog niet rond is, zou het vol
strekt onverantwoord zijn om aan bewoners te vragen of zij dat willen of
wat zij willen, want dan loop je het risico dat je mensen gaat blij maken
met een dooie mus. Je moet dus eerst zeker weten dat je ze ook serieus
kunt vragen, voordat je overleg gaat plegen of ze de gelegenheid geeft te
reageren op wat er op dat moment ligt.Het betrekken van de flatbewoners
bij dit projekt staat vast, dat is van tevoren afgesproken. Zo gauw duidelij
is dat in beginsel deze opdracht verleend kan worden, zowel vanwege het
feit dat het financieel rond is, als vanwege het feit dat er schetsontwerpen
zijn die op artistieke gronden verantwoord zijn - de BKR-commissie is
in eerste instantie degene die dat getoetst heeft op artistieke gronden -
kan dat overleg ook plaatsvinden. Bij kunst is het natuurlijk wel zo, dat
wat de een mooi vindt, de ander lelijk zal vinden, daarover zal nooit
iedereen het met elkaar eens zijn. De nu bestaande flats vormen een vrij
monotoon geheel, ze zijn vrij anoniem. Het gaat er nu om te kijken of dat
doorbroken kan worden door op de afzonderlijke blokken identiteit aan te
brengen. Het gaat niet aan om te proberen de flats verdekt op te stellen,
dat is ook volstrekt onmogelijk qua bouwmassa. Het is naar mijn mening ver
standiger om te proberen door middel van een kunstzinnige aankleding de
identiteit van de afzonderlijke blokken tot uitdrukking te brengen, zowel
voor de bewoner, maar ook voor iemand die er op bezoek komt. Het is tegelijk
ook de bedoeling dat het op een plezierige wijze kan worden ervaren door
de mensen die er langs komen; over de Dalweg zijn dat er nogal wat.
Het is misschien goed u er nogmaals op te wijzen, dat het totaal bedrag
weliswaar 100.000,= beloopt waarvan de gemeente maximaal 15.000,= zou
moeten bijdragen, maar dat de mensen die in de B.K.R. regeling zitten hoe
dan ook ten laste van de B.K.R. vallen. Of je dat nu doet door middel van
de aankoop van kunstwerken of door middel van het verlenen van een opdracht,
maakt in wezen financieel voor de gemeenschap geen verschil. Dit is alleen
een uizonderlijke situatie, voor deze opdracht is de B.K.R. regeling on
voldoende. Vandaar dit verzoek aan de raad.
Er is nog een opmerking gemaakt over de keuze van kunstenaars en wie er
uiteindelijk moet beslissen. Ik denk dat we moeten proberen alle belangen