- 21 - 15 februari 1984 van de aktivifeiten die moeten worden beëindigd om deze investeringen moge lijk te maken". Ik denk dat er op dat moment zeer veel mogelijkheden liggen en dat die mogelijkheden wel zullen worden gepresenteerd, maar dat ook duide lijk door de verantwoordelijke portefeuillehouder bij aangegeven wordt,. welke pijn er zal moeten worden geleden. De heer Van Garderen had dat nu al willen zien en dat had ik ook wel gewild, maar alles kan niet tegelijk. Ik denk dat we er toch van uit moeten gaan, dat wij van goede wil zijn en dat wanneer de definitieve besluiten worden genomen, pas echt wordt besloten. Ik ga dus niet in het geheim iets doen, waar de raad straks aan vastgebakken zit. Als ik het nu over de investeringen heb, moet ik er wel bij vermelden dat wij straks bij agendapunt 18 de telefooncentrale behandelen, wat een investering is waar wij apart over spreken en bovendien is er nog het afgesprokene met betrekking tot de automatisering. De heer Krijger gebruikte het woord richtinggevend, dacht ik. Ik begrijp dat u zegt: dit is het bedrag van bezuiniging per sektor en dat bedrag wil ik straks minstens zien in de betreffende sektor, uitgewerkt in soorten 'pijn' als ik dat zo mag uitdrukken. Het voorstel moet niet als richtlijn opgevat worden waar zo goed mogelijk aan moet worden vastgehouden. Het is ook conform het beleidsplan dat een begroting sluitend moet zijn. Rekening houdend met dat beleidsuitgangspunt meen ik dat we ervan uit moeten gaan dat de bedragen hard zijn per sektor, als voorstel tot bezuiniging. Het is subjektief, mijnheer Verheus, u heeft daar gelijk in, we moeten niet vergeten, dat 88% van de motieven tot het voorstel dat nu voorligt zijn afgeleid van de mate van beïnvloedbaarheid. Dat is toch een vorm van objek- tief benaderen, zij het dat de beïnvloedbaarheid van de bedragen natuurlijk een niet even grote mate per sektor beloopt. Al werkend hebben wij in het college en de werkgroepen wel ontdekt, dat het ene bedrag meer beïnvloedbaar is dan het andere, dus ook daarin is natuurlijk verschil. Het is toch een benaderen van de objektiviteitBij de overige 12 is inderdaad op subjektie- ve wijze te werk gegaan. Ik heb geconstateerd dat de verschillende raadsleden vanavond ook voorstellen deden vanuit een verschillende optiek. In het college zijn wij ook vanuit een verschillend vertrekpunt met betrekking tot de 12% inderdaad zijn gaan schuiven en uiteindelijk tot een voorstel zijn gekomen. De subjektiviteit wil ik dus zeker onderstrepen, die is hier ook aanwezig. Ik heb al gezegd dat er helemaal geen sprake is van 'groen licht' voor het doen van investeringen. Het voorstel onderstreept dat nog, wij zitten dus op dat punt op hetzelfde spoor. Ten aanzien van de werkgelegen heid zal het niet eenvoudig zijn. Zoals verschillende van u al hebben gezegd, zal het vrijwel onmogelijk zijn om de werkgelegenheid volledig te handhaven als we het brengen tot 3,3 miljoen of daaromtrent.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1984 | | pagina 64