- 7 - 26 januari 1984 stevige brief naar Utrecht moet. Uw notitie biedt daar een goede basis voor. Of die aktie alleen goed genoeg is, weet ik niet, want het is mij van verschillende gemeenten in de provincie bekend, hoe er gereageerd gaat worden en Soest staat met zijn kritiek niet alleen. Op een dezer dagen speciaal met het oog op dit onderwerp gehouden provinciale bijeenkomst van mijn partij is wel gebleken, dat op dit moment in de Tweede Kamer het wetsontwerp een hele goede kans maakt om aangenomen te worden. Als ik hier de frakties van CDA en VVD in de abz-vergadering zo dapper heb horen spreken, dan geloof ik dat zij daar helemaal niet zo gelukkig mee zouden zijn. Juist hen staat dus het een en ander te doen, zij zullen hun partij genoten in Utrecht en Den Haag duidelijk moeten maken, dat er in dit onzalige ontwerp wat bijgestuurd moet worden. Dan moeten ze dat niet lang laten liggen, dan moeten ze dat snel doen. De 'regelneven' en hun hokjes geest moeten nog tijdig tot inkeer gebracht worden. Heer BOLHUIS: Voorzitter, om te beginnen zou ik het college dank willen zeggen voor het feit dat er een gewijzigd en daarmee een sterker voorstel naar de raad is gegaan, min of meer in overeenstemming met hetgeen in de commissie a.b.z. is besproken. De heer Pothuizen spreekt over de Wet en laat zich niet enthousiast uit over het wetsontwerp, zoals dat er nu ligt. Ik denk dat de heer Pothuizen dan vergeet, dat we met deze zaak al meer dan 12 jaar bezig zijn, dat we daarbij tot 1982 een concept-struktuurschets voor bestuurlijke indeling gekend hebben met oorspronkelijk 44 gewesten, dan afbrokkelend tot 28 mini-provincies en later een steeds verder afbrokke lend getal. Nu is de knoop doorgehakt, er is gezegd: we gaan weer terug, min of meer naar af, maar dan met dien verstande, dat er een nieuwe Wet Gemeenschappelijke Regelingen komt, waarbij we weer teruggaan naar de gemeenten en het een zaak wordt voor de gemeenten om intergemeentelijke samenwerking te bevorderen, waar en in welke gevallen dat nodig is. Ik ben dus niet zo pessimistisch gestemd als de heer Pothuizen en ik vind ook niet dat er zoveel haast is betracht als een zaak meer dan 12 jaar heeft gedraaid, integendeel. Heer POTHUIZEN: De haast zit hem in de reaktie-termijn, mijnheer Bolhuis. Heer BOLHUIS Dat is niet waar, de reaktie gaat over een reaktie ten opzichte van GS, maar niet ten aanzien van het wetsontwerp. In het wets ontwerp staan bepaalde dingen. Waar we het vanavond over hebben is niet, of dat wetsontwerp al dan niet goed is en de vraag is niet of we ons tot de Eerste Kamer, Tweede Kamer of de Raad van State moeten wenden. De vraag waar we het vanavond over hebben en die in dit pre-advies wordt behandeld is: er komt een nieuwe Wet Gemeenschappelijke Regelingen, die

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1984 | | pagina 8