- 6 -
26 april 1984
problemen gekomen, probeert nu met zijn medewerking dit allemaal we^r in
het reine te brengen en dan moeten wij ook van onze kant proberen de heer
Van Doorn zo goed mogelijk tegemoet te komen door een oplossing te zoeken
door een nieuw terrein
Heer POTHUIZEN: Ik sluit mij aan bij de stellingname en de vraagstelling
van de heer Van Logtenstein.
Heer EBBERS: Voorzitter, ik moet helaas opmerken dat de heer Blaauw namens
de fraktie sprekende vergeet te vertellen dat ik het er niet mee eens was. Ik
zie die haken en ogen wel degelijk zitten en juist daarom ben ik tegen dit
voors tel
Heer VAN DEN BRAKEL: Aan rondhout zitten over het algemeen geen scherpe kan
ten, mijnheer de voorzitter. De vorige sprekers hebben al duidelijk verschil
lende dingen naar voren gebracht. Ik wil toch nog duidelijk stellen dat we
nu bezig zijn met de zoneverordening en als die verleend is, dan kunnen wij
via de hinderwet - want daar gaat het uiteindelijk om - bepalingen ten aan
zien van het bedrijf uitgeven, waardoor wij toch een bepaalde zekerheid
hebben. We kunnen dan ook maatregelen nemen als de hinderwet overtreden wordt
en dan is het bovendien zo, dat de ambtenaren-en ik neem aan ook het college-
de heer Van Doorn, mede door zijn optreden de laatste weken ten aanzien van
de buurt, de medewerking toegezegd hebben. Ik hoop dat dat geen jaren gaat
duren, maar dat we binnen een redelijke termijn het jonge bedrijf aan een
bepaald terrein kunnen helpen, waar hij in de toekomst met 100% zekerheid
zijn werk zal kunnen doen.
Wethouder PLOMP: Mijnheer de voorzitter, met betrekking tot de mestopslag
die ter plekke aanwezig is, denk ik dat we het er allemaal over eens zijn,
dat die mestopslag ten behoeve van de paarden is en niet ten behoeve van de
verkoop. Onze brief die aan de raadsleden is toegezonden maakt naar de mening
van het college inderdaad deel uit van de besluitvorming rond dit punt.
Met betrekking tot de maximale medewerking van de zijde van het college
teneinde het bedrijf Van Doorn zich op de juiste wijze te laten ontwikkelen,
kan die uiteraard worden toegezegd, waarbij wij natuurlijk bij 'maximale
medewerking' wel een grens zetten bij het punt waarop zich situaties gaan
voordoen, zoals die zich in de afgelopen tijd hebben voorgedaan maar die
gelukkig nu tot het verleden behoren. Als het dus weer fout gaat, dan is die
medewerking niet meer aanwezig, dat wil ik hier beslist gezegd hebben.
Dan heeft daarmee verband de opmerking die ook gemaakt is, dat getracht zal
moeten worden de zaak in de hand te houden, ik denk dat wij dat kunnen doen,
mede aan de hand van de hinderwetvergunning die zal worden verleend en waarin
uiteraard beperkingen zullen worden aangebracht, waarin zal worden gezegd