- 30 -
23 mei 1985
in de sektor welzijn.
V00RZITTER: Over dit voorstel hebben wij, zoals u weet, een brief gekregen
van mijnheer Krijger, die vraagt of het niet beter is de diskussie nog een
maand uit te stellen om een aantal zaken nader te kunnen bezien. Wij hebben
vanmiddag uitvoerig overleg gepleegd in het college over deze zaak en daar
bij betrokken de brieven die zijn binnengekomen van de Vereniging Artishock
en de advokaat. Van beide brieven ligt een copie op uw tafel opdat u daar
kennis van kunt nemen en ze bij de diskussie kunnen worden betrokken.
Mevr. BLOMMERS; Voorzitter, gezien het feit dat het voorstel vanavond gewoon
behandeld wordt, gaan wij ervan uit dat de wethouder de door ons gevraagde
toelichting kan geven.
Wethouder KINGMA: Voorzitter, ik denk dat hier het bekende bestuurlijke pro
bleem voorligt als ik de brief van mijnheer Krijger bekijk, waarin aan de
orde is op welk moment je in staat bent, gezien de gegevens die je hebt, een
verantwoord besluit te nemen. Daarbij is het de vraag of je over 99,9% van
de informatie moet beschikken of dat zo'n 85% tot 90% beschikbare informatie
voldoende is om tot besluitvorming te komen. Gegeven de gang van zaken vanaf
half januari kan ik mij voorstellen dat er vragen gesteld worden zoals die
gesteld zijn. In de raad van december hebben wij u voorgesteld Artishock en
haar aktiviteiten te verhuizen naar de Borg volgens het inhoudelijke model.
Dat zou ingaan rond 1 januari 1986. Het college werd echter in januari ge
confronteerd met de consequenties in financieel, maar ook in bestuurlijk
opzicht ten aanzien van de Borg als het per 1 januari 1986 zou ingaan. Dat
heeft het college ertoe doen besluiten, aan de hand van informatie die wij
toen hadden, om de ingangsdatum te vervroegen naar 1 september 1985. Dat
betekende een forse druk op de werkgroep die door B&W was ingesteld, waarin
de betrokken instellingen waren vertegenwoordigd,om te komen tot een uit
werking die zou kunnen leiden tot een verantwoorde besluitvorming.
Als wij kijken naar de suggestie tot uitstel, gedaan in de brief, dan lijkt
het alsof een verschuiving van 21 mei naar 13 juni geen problemen kan ver
oorzaken; Deze drie weken betekenen echter nogal wat. De verbouwing die moet
plaatsvinden moet tijdig worden aanbesteed, wil die geëffektueerd kunnen
worden. Deze verbouwing is essentieel voor het kunnen funktioneren van de
stichting Artishock in de Borg. Als vanavond niet besloten wordt, kan morgen
de overeenkomst niet gesloten worden en dan is een en ander vóór 1 september
niet realiseerbaar. Het stichtingsbestuur, haar verantwoordelijkheid kennende
voor de cursussen, dient tijdig haar programma gereed te hebben. Een uitstel
van drie weken leidt ertoe dat een en ander niet tijdig realiseerbaar is.
Het bestuur van de Borg heeft kenbaar gemaakt, vandaar dat in het voorstel
aan de raad een interim-oplossing is gezocht voor de bestuursperiode tussen
1 juli en 1 september, dat het beslist per 1 juli aftreedt.