- 39 - 2.3 mei 1985 wilt u het gebouw optimaal laten gebruiken. U kunt misschien diskussiëren over de hoogte daarvan, maar voor het absoluut ontbreken van die middelen past maar één conclusie, dat u dan feitelijk afwijkt van de keuze voor een inhoudelijk model. Ten aanzien van punt 3 heb ik twee verschillende opmerkingen gehoord,'daar willen we nog over praten' of 'daar zijn we tegen' zonder dat ik daar overigens nadere argumenten voor heb kunnen horen. De overwegingen van de werkgroep en van het college zijn geweest dat er een stichting gaat funk- tioneren in dit gebouw, waarbij een van de belangrijkste onzekerheden de exploitatie van het horeca-deel is. De stichting beschikt niet over de des kundigheid om dat vanaf het allereerste begin te doen op een wijze die zij voor haar verantwoording wil en kan nemen. Vandaar dat gezocht is naar een mogelijkheid om iemand verantwoordelijk te maken voor het funktioneren van het horeca-deel in de Borg, iemand die de mogelijkheden en de onmogelijk heden op een rij zet. Een rapportage na 15 weken moet duidelijk maken of de onmogelijkheden zo groot zijn dat de advisering beëindigd moet worden, of dat er dusdanige mogelijkheden zijn dat het een rendabele investering is om de begeleiding voort te zetten. Een rendabele investering is het, als het minstens net zoveel oplevert als het kost. In het kostenplaatje is niet aangegeven wat het oplevert, alleen maar wat het kost. Het positieve effekt dat wij menen te moeten verwachten van deze inbreng in het kader van de management-begeleiding hebben wij voorzichtigheidshalve bewust achterwege gelaten. Als we op basis van concrete gegevens conclusies kunnen trekken, dan kan er nog bijgestuurd worden in goed overleg. Als u punt 7 leest, in beginsel akkoord gaan met het verlenen van gemeente garantie, dan zal duidelijk zijn dat dat mede te maken heeft met de conse quenties van investeringen die gedaan moeten worden in het gebouw. In december bij de behandeling van het rapport en bij de behandeling van het meerjaren-investeringsschema was duidelijk dat in zijn totaliteit ten behoeve van verbouwing en inrichting een bedrag van 168.000,= nodig zou kunnen zijn. Ik denk dat er geen reden is te veronderstellen dat het huidige bedrag onderhevig is aan bijsturingen. Alhoewel het logisch lijkt om het voorstel in twee fasen te behandelen, is er toch een logische samenhang tussen de punten. Het is niet zo eenvoudig om aan de ene kant in principe een besluit te nemen en aan de andere kant de praktische mogelijkheden niet te geven om dat te effektueren. VOORZITTER: Het is een buitengewoon belangrijke zaak, we moeten zorgvuldig overleggen met elkaar, dus ik zou even willen schorsen, maar ik wil ook klaarkomen met de agenda, want er zitten burgers achter deze besluiten en

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1985 | | pagina 148