- 13 - 13 juni 1985 er niet even als punt 3a doorheen gefietst mag worden. Het is jammer dat dit voorstel gezien moet worden in het kader van de bezuinigingen. Als we de eerste opzet zien van het verplaatsen van Artishock naar de Borg, dan stond erin dat na de bezuinigingen we moesten kijken naar een beter gebruik van gebouwen, van middelen. Ik denk dat de besluitvorming dan heel anders was geweest, dat alles veel positiever had kunnen gebeuren en we veel meer ruimte hadden om te werken aan zo'n cultureel centrum als ons nu, ondanks alles, nog voor ogen staat. Het is nu een besluit dat naar voren werd gehaald omdat het college er niet in slaagde bezuinigingen in de wel- zijnssektor te vinden, waardoor dit voorstel veel moeilijker tot stand kon komen. Dat is ook de aarzeling die wij hebben met betrekking tot het geld voor nieuw te ontwikkelen aktiviteiten, dus niet omdat wij de mensen het vertrouwen niet willen geven. Als we daarvoor blijven kiezen op langere termijn, wat wij graag willen doen, dan betekent dat dat anderen in die sektor waarschijnlijk moeten inleveren. Dan krijgen we weer zo'n fraaie vertoning als eind vorig jaar en daar zijn wij huiverig voor. Met betrekking tot de brief van de vereniging die nu ineens op tafel komt, vinden wij dat op overleg dat nu alsnog wordt gevraagd, door het college positief moet worden ingegaan. Wat betreft het overleg vorig jaar met de vereniging, verschil ik simpel van mening met de wethouder in zijn antwoord. Heer VERHEUSVoorzitter, ik zal graag aan uw verzoek voldoen om het kort te houden, maar ik wil daar wel bij aantekenen dat de tijd die we hier al aan hebben besteed voor een niet onbelangrijk deel gebruikt is door het college. Ik kan helemaal aansluiten bij wat mijnheer Krijger gezegd heeft over de brief van de vereniging die oo^ bij ons onbekend was. De wethouder heeft mijnheer Visser al van repliek gediend, dus ik kan met een korte opmerking volstaan. Hij verweet ons dat wij verdeeld waren. Overigens was dat 23 mei ook al zo. Het heeft niets met betutteling te maken, mijnheer Visser, we moeten goed weten waar we het over hebben en of we de zaak goed onder controle kunnen houden. Tot nu toe is dit gebouw, vanaf het moment dat het gebouwd is, een bron van voortdurende zorg en een schier bodemloze put geweest. Vandaar dat wij nu toch wel onze zorgen hebben. In feite deelt ook het college die zorg, dat kon ik uit de woorden van de wethouder wel opmaken. Met uw antwoord over het continueren van beleid ben ik wel tevreden, zij het dat mijn fraktie nog steeds overwegende bezwaren tegen punt 8 heeft. Heer POTHUIZEN: Voorzitter, ik heb gezegd dat ik het tot de taak van B&W vind te behoren een zo aktief mogelijk aandeel te nemen in het zo snel mo gelijk weer herplaatsen van de reorganisatieslachtoffers. Zoals de peuter speelzalen in zekere zin het slachtoffer zijn van de Borg, zijn de mensen die daar nu verdwijnen dat ook.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1985 | | pagina 172