- 37 -
13 juni 1985
wat de plannen zijn en welke consequenties dat met zich meebrengt, zowel
voor henzelf als voor de gemeente.
Heer VAN DER KLINK: Voorzitter, mijn fraktie vindt dat wij dit niet moeten
uitstellen. Dat gaat inderdaad tonnen kosten en dat zal vermoedelijk op de
burger verhaald worden. Op dit moment vinden wij dat onaanvaardbaar, het
voorstel moet besproken worden vanavond.
Heer VAN GARDEREN: Mijnheer de voorzitter, ik ben ervoor om dit voorstel
te behandelen vanavond, gezien de financiële consequenties die uitstel met
zich mee kan brengen.
Wethouder OUDEMANS: Voorzitter, als ik de stemmen hoor die pleiten voor uit
stel, dan zijn de argumenten daarvoor niet erg duidelijk. Mijnheer Van
Gelder zegt dat er gegevens ontbreken en dat er financiële onduidelijkheden
zijn, mijnheer Verheus sluit zich daarbij aan en mijnheer Pothuizen wil
wat meer informatie in het info-centrum leggen, wat nauwelijks een argument
is over het inhoudelijke van het voorstel. De overige frakties hebben zich
uitgesproken voor behandeling en ik zou u ook willen voorstellen het
onderwerp nu in behandeling te nemen.
VOORZITTER: Er wordt gestemd over uitstel. Dat voorstel wordt met 10 stemmen
voor verworpen. Aan de orde is dus het voorstel tot wijziging van de afval
stof feninzameling
Heer VISSER: Voorzitter, ik zou het grandioos vinden als we in Soest einde
lijk volwassen worden en van die vieze plastic zakken af zijn, waar we
mooie groene mini-containers voor terug krijgen. Ik ben er wel op tegen dat
dat de burger 15,= extra gaat kosten, maar ik heb begrepen dat de wet
houder financiën daar nog wat ideeën over heeft. Verder ben ik er absoluut
op tegen dat de breng-plaats in Soesterberg wordt opgeheven, zodat men de
troep daar weer in de bossen zal gaan gooien. Ik zou de vuilstortplaats in
Soesterberg in ieder geval willen handhaven, verder wil ik dit voorstel wel
aannemen
Heer POTHUIZEN: Mijnheer de voorzitter, op de laatste bladzijde van het
stuk staan de voorstellen, één plus zeven in getal. Het laatste voorstel
is geld voor voorlichting aan de burgers. Dat is toch eigenlijk wel tekenend
voor de manier waarop het gegaan is. Als door welke oorzaak ook de ambte
lijke voorbereidingen van nieuw beleid een kleine twee jaar heeft moeten
duren, dan moet de raad en zijn achterban niet in de positie gebracht worden
om in twee weken een beslissing te moeten nemen, een beslissing waarbij
iedere burger zo rechtstreeks is betrokken. Ik vind dat wij in het voorlich
tingscentrum een goede tentoonstelling van de plannen en de consequentie
daarvan hadden moeten organiseren, dan hadden we de reaktie van de burgerij
ter beschikking gehad en dan hadden we die kunnen inwegen. Nu is dat niet zo
gegaan, dat maakt het voor mij vreselijk moeilijk.