- 39 -
13 juni 1985
toen werd verwacht. Op dat punt moeten we bijzonder tevreden zijn.
Als we praten over de mini-container dan zijn er toch nog een aantal aspekten
die we daarbij moeten bekijken. Dat is het milieu-aspekt en het personeels-
aspekt. Bij gebruik van zakken is het vaak zo, dat zo'n 10% van de zakken
stuk gaat, dat gebeurt op het erf of buiten op straat, door eksters of
kraaien. Dat werd natuurlijk wel weer opgeruimd, maar het was bijzonder
vervelend en we moeten dus proberen daar vanaf te komen. Daarvoor kan de
mini-container zorgen. De mensen van de reiniging die met de plastic zakken
moeten werken, lopen per dag zo'n 20 30 kilometer. Dat wordt natuurlijk
niet minder door het gebruik van de mini-container, het wordt wellicht zelfs
iets meer, omdat ze het ding ook weer terug moeten brengen. Wat wél belang
rijk is, is dat ze de plastic zakken op moesten tillen, zo'n 1 1^ m.
Ik heb mij laten vertellen dat we het dan over 8000 kg per dag hebben. Het
is volkomen duidelijk dat dat niet goed is voor die mensen, omdat het een
duurbelasting is. De ervaring heeft ook geleerd dat de mensen op 45-jarige
leeftijd last krijgen van allerlei zaken waardoor invaliditeit op kan treden
Vanuit personeelsoogpunt is het bijzonder belangrijk om de mini-container
in te voeren. We zijn werkgever en we hebben de plicht om goed te zorgen
voor ons personeel. In dat kader is de mini-container uitstekend.
Bij de flats ligt het wat moeilijker dan bij de huizen met een tuin, vandaar
dat de VVD-fraktie in eerste instantie wat afwachtend geweest is en het ant
woord heeft afgewacht van de direkteur gemeentewerken in de commissie.
Dat antwoord was voor ons voldoende. Er is nog steeds overleg gaande en wij
hebben het gevoel dat de problemen opgelost zullen worden.
Het voorstel om de vuilstortplaats in Soesterberg te sluiten. Wij vinden
dat te ver gaan. Wij kennen het argument dat er door het gebruik van de
mini-containers het aanbod van groot vuil minder zal worden. Wij zouden
de huidige situatie willen handhaven en als blijkt dat het aanbod beduidend
minder is, dan kan er iets aan gedaan worden. Tussen tien en twee uur
's zaterdags moet de breng-plaats open zijn.
Er komen uiteraard kosten en die kosten moeten verhaald worden, dat staat
ook in het voorstel. Het gaat ons toch iets te ver om op dit moment de kosten
al onmiddellijk toe te gaan rekenen, omdat de burger verwachtingen heeft
van wat hij krijgt in de toekomst, hij weet nog niet wat dat is, maar moet
er wel van tevoren voor betalen. Dat is psychologisch niet al te juist.
In de nota financieel beleid hebben we afgesproken om bepaalde zaken rond
tarieven integraal te behandelen. Wij zouden dat dan ook hierbij willen doen.
Het moet niet mogelijk zijn dat er tussentijds allerlei verhogingen komen
voor de burger, die bij elkaar een te groot bedrag kunnen vormen. Als we de
zaak integraal behandelen, kunnen wij zien in hoeverre het te realiseren is
voor de burger. Dat betekent wel, dat hierdoor een gat ontstaat. Dat kan