- 20 -
24 januari 1985
kampeerders van het gemeentelijk terrein. De kampeerders van andere ondernemers
hebben we niet gehoord. Toch vinden we dat de gemeente het als exploitant goed
heeft gedaan, om dat overleg in het laatste stadium nog eens te laten plaats
vinden. We staan nu voor de keus en op blz. 1 geeft u in zekere zin al aan,
dat die keus gemaakt moet gaan worden met betrekking tot een afweging bij
saneren. Als je het een wilt hebben, zul je het andere moeten laten. De manier
waarop dat laten moet plaatsvinden is in goed overleg. Wat betreft de vorm
van dat overleg bent u op de goede weg. Wij steunen dus uw nota.en hebben op
dit moment geen voorstellen om tekstaanpassingen te maken. Het is een beleids
voornemen en dat ondersteunen wij.
Heer POTHUIZEN: Voorzitter, uw voorstel is kort en bondig: de recreatienota
vast te stellen. Bij de bespreking in de commissie r.o. heb ik al laten blijken
dat er veel in de nota staat waar ik mij in kan vinden. Als ik nu zonder meer
zou ingaan op dat voorstel, dan zie ik de aangebrachte nuances verbleken. Mijn
voorstel, gedaan in de commissie r.o. was: herformuleer een aantal conclusies
op blz. 34 zodanig, dat elk misverstand over onze bedoelingen met de kampeer
ders van het gemeentelijk terrein wordt vermeden. Waar die bedoelingen luiden,
dat de raadsmeerderheid wenst dat de kampeerders zo enigszins een mogelijkheid
moeten krijgen zich in hun eigen stijl op een acceptabel prijsniveau te ves
tigen, zou de herformulering die kant uitmoeten. Ik vind het spijtig te moeten
vaststellen, dat van uw kant die herformulering er niet is gekomen, daarom
zal ik straks een amendement indienen op uw voorstel, in een poging om het
voor mij 100% acceptabel te krijgen.
Met betrekking tot de dagrecreatie is Soest geen onderontwikkeld gebied. De
opengestelde terreinen zijn in een paar gevallen zelfs -als je naar hun
natuurwetenschappelijke waarde kijkt- tamelijk zwaar belast, ik denk aan de
Lange Duinen. Een gedachte die wat perspektief kan bieden is het toegankelijk
maken van bosgebied van defensie. U trekt een conclusie daarover op blz. 6
van de nota, overigens komt die conclusie niet terug in het hoofdstuk 'Conclu
sies en aanbevelingen' wat best had gemogen. Ik zal toch met regelmaat aan u
vragen naar de vorderingen die u maakt in het overleg met defensie op dit punt.
De waterrecreatie, ook daarvoor geldt dat u duidelijker bent in het hoofdstuk
dat daarover gaat, dan in het hoofdstuk 'Conclusies en aanbevelingen'. Ik zou
de conlusie op blz. 10 ook graag willen zien op blz. 34. Ik wil overigens
niet nalaten op te merken, dat de inspraak die het Watersportverbond heeft
geleverd mij eens te meer met klem doet pleiten voor het niet-uitbreiden van
lig- en aanlegplaatsen. De door dit verbond aangedragen heerlijkheid van het
op den duur halen van aantallen passanten vergelijkbaar met die van Spaken
burg en Elburg, zien wij graag aan Soest voorbijgaan.