1985
27 -
22 augustus 1985
srleg
prst
e zich
missie
s
ie zijn
iblemen
irappen.
een
rbereiding
jnsplan-
d kan
groot
en is
rens dat
vervullen
Ljn als
ze het
de mo-
we na
in dat
zou het
ls er nu
;roep
>rdigers
i garan-
te
afspreken
epen er
kt, dan
hanteren,
denken
len dat
•e opschietf
Mevr. Greefhorst heeft nog eens gezegd dat het prioriteitensysteem niet
strak mag zijn. Daar heeft ze gelijk in, het hoort een systeem te zijn dat
soepel is, want als je van jaar tot jaar je prioriteiten niet kunt bijstellen,
dan is het geen goed systeem, dat is duidelijk. Aan de andere kant is de
soepelheid van het systeem beperkt, omdat je met de rechtszekerheid te maken
hebt van de instellingen waarover je het hebt en het werk dat ze doen.
Verschuivingen in de prioriteitsstellingen hebben over het algemeen een
betrekkelijk gering effekt op korte termijn, het is altijd een kwestie van
een paar jaar waarin dat soort veranderingen kunnen worden geëffektueerd.
Mevr. GREEFHORST: Voorzitter, de wethouder geeft toe dat de tijdsplanning
veel te krap is, dus we kunnen het onmogelijk zo aannemen.
Wethouder KINGMA: Dat ben ik met u eens. Een aangepaste tijdsplanning be
spreken we mede in overleg met u, daarbij in aanmerking nemend de opmerking
dat u ook tijd moet hebben om in uw fraktie over dit soort dingen te praten.
Heer VAN GELDER: Voorzitter, er is mij iets niet duidelijk. De wethouder
heeft gezegd dat bij punt c, op blz. 4 die zin doorgestreept kan worden.
Is het voorstel nu aan de orde zonder die laatste zin, of met die laatste
zin?
VOORZITTER: Er zijn drie voorstellen aan de orde. Ik had de wethouder voor
de duidelijkheid nog willen vragen wat hij puntsgewijs voorstelt daarover.
Wethouder KINGMA: We hebben deze opmerkingen niet in het college besproken,
maar ik denk dat de laatste zin op blz. 4 onder c. waar de leden van beide
commissies verantwoordelijk gemaakt worden, rustig doorgestreept kan worden.
Door de mondelinge uitleg van mijnheer Krijger heb ik begrepen dat hij dat
ook bedoelde, maar schriftelijk geeft hij aan dat hij heel punt c. zou
willen schrappen.
Heer KRIJGER: Voorzitter, wij hebben ervaring gekregen met het doen van voor
stellen die dan op een andere wijze weer terugkomen. Vandaar dat wij rigoureus
hebben gezegd: haal er maar uit. Als duidelijk is dat een positieve benadering
wordt bedoeld, dan vinden we de conclusie in de laatste volzin overbodig.
Wethouder KINGMA: Als de laatste zin wordt geschrapt, gaat u dus akkoord.
Dan zijn we het met elkaar eens in dat opzicht.
VOORZITTERDat voorstel is dus overgenomen door het college.
Wethouder KINGMA: Het tweede voorstel betreft het schrappen van de laatste
drie gedachtenstreepjes op blz. 5, namelijk het overleg tussen beide
commissies. Het overleg is nodig, maar het is een kwestie van voorbereiding
om te komen tot een zorgvuldig voorbereid raadsvoorstel. Dat betekent:
handhaven zoals het er staat, met de toezegging dat de data in overleg met
de commissie zullen worden bijgesteld om te komen tot een haalbaar schema.
Wat betreft het derde voorstel over de verordening: de intenties zijn
i dat
een
jke
snd