- 8 -
19 september 1985
Bouwcentrum en ook over de prettige manier waarop dat tijdens de commissie
behandeling door de betrokken opstellers is toegelicht. Verder vind ik het
een prima gedachte van het college om de totale som die aan onroerend-goed-
belasting in de gemeente bij de burgers en instellingen wordt 'gehaald'
constant te houden, om die niet te verhogen. In die zin zijn wij betrekkelijk
gelukkig met de voorstellen zoals ze er liggen.
Wij realiseren ons dat er een andere verdeling van de onroerend-goedbelasting
aan de orde is over de verschillende categorieën onroerend goed, objekten,
afhankelijk van hoe de waarde in het economisch verkeer -de verkoopprijs
van die objekten ten opzichte van elkaar is veranderd. In grote lijnen hebben
wij geen aanleiding gevonden om de bevindingen van het Bouwcentrum van kant
tekeningen te voorzien. Daarvoor dient echter één uitzondering gemaakt te
worden en dat is met betrekking tot de huurflats. U weet net zogoed als wij
dat er een aantal gebieden zijn waar huurflats staan die ons zorgen baren.
We praten over de vraag wat de toekomst van die flats is. Er zijn zelfs
mensen die zeggen: breek ze maar af. Dat steunen wij niet, maar het feit dat
de diskussie gevoerd wordt is een indikatie over wat er toch kennelijk ge
vonden wordt van het woongenot daar. We zijn het er met elkaar over eens
dat er uit de ons ter beschikking gestelde gelden voor stads- en dorpsver
nieuwing onvoldoende middelen kunnen worden vrijgemaakt om de strikt nood
zakelijke verbeteringen in de woonomgeving van juist die gebieden te kunnen
uitvoeren en dat heeft bij ons de vraag doen rijzen of de waardering van
met name die categorieën flats niet wat onrechtvaardig was. Die vraag hebben
wij in de commissie gesteld, er is een aanvullende brief van het Bouwcentrum
over gekomen, maar die brief heeft ons niet geheel gerustgesteld.
Wij gaan u dan ook een voorstel doen om voor een categorie woningen - de flats
in het Smitsveen - een verandering aan te brengen met name in de faktor
liggingsgebied'Dat is om een aantal redenen belangrijk. Ten eerste vinden
wij dat de woonomgeving daar minder is dan mag worden afgeleid uit het feit
dat het hetzelfde liggingsgebied is. Het gaat om liggingsgebied C. en wij
stellen voor om daar liggingsgebied B. van te maken. Het betreft ongeveer
500 flats. Er is gesproken over de vraag of je zover zou mogen gaan met ver -
fijnen, maar wij zien bij een dergelijk grote categorie woningen daar geen
onaanvaardbaar kleinere verfijning ontstaan. Wij willen u bijvoorbeeld wijzen
op het feit dat voor Colenso, Noorderweg categorie D. ingevoerd is; dat is
ook een betrekkelijk klein gebied, maar het werd rechtvaardig geacht om de
daar veel betere woonomgeving ten opzichte van de huizen die er vlak naast
liggen in een hogere categorie tot uitdrukking te brengen. In omgekeerde zin
willen wij dat voor de flats in het Smitsveen.
Er is nog een andere reden waarom wij denken dat het redelijk is om een