- 17 - 19 september 1985 plek waar we dat niet willen. Wanneer we op tijd Soest-midden hadden aan genomen dan was dit waarschijnlijk ook niet gebeurd. Wat mij dwars zit is dat er toch nog steeds een aantal dingen zijn die daar niet door de beugel kunnen. Er is een brief van een aantal omwonenden die reageren op een aantal opmerkingen van de waarnemend direkteur van gemeentewerken, die toch een merkwaardige rol speelt als hij schrijft dat hij de omwonenden beschuldigt van een hetze. Ik weet dat het moeilijk is om hier over ambtenaren te praten maar ik wil toch weten of u achter de opmerking van die ambtenaar staat. Het is nogal wat. Is dat een taak voor een gemeente-ambtenaar en voor het college? Want u lanceert die brief aan ons, dus u staat er kennelijk achter. U neemt het advies van die ambtenaar over en u treedt dan als een soort advokaat tussen twee partijen. Heer VAN DEN BRAKEL: Mijnheer de voorzitter, ik wil niet in herhaling treden want dan zou ik u in praktisch dezelfde woorden als mijnheer Visser vragen moeten stellen en dat heeft geen zin. Wat mij dwars zit is, dat er in het begin al gebleken is dat er bepaalde fouten gemaakt zijn. Dat kan, we zijn mensen en we maken allemaal fouten, maar daar is het aan twee kanten gebeurd. Het antwoord dat gegeven wordt op de problemen die de bewoners aandragen, is eenzijdig. In de commissie r.o. zijn opmerkingen gemaakt over de ambtenaren en daar krijg je natuurlijk weer een reaktie op. Ik ben daar niet zo gelukkig mee. In de periode dat de problemen met de bewoners speelden is regelmatig contact geweest met mijnheer Jansen, maar zover ik weet is er met de bewoners die er direkt bij betrokken waren praktisch geen contact geweest. Het bevreemdt mij dat het nu plotseling, ondanks dat er wijzigingen zijn aangebracht, 100% in orde zou zijn. We kunnen ons tegen deze verlening van ontheffing niet verzetten, omdat het zuiver planologisch is. Ik hoop alleen dat het college bij het verlenen van de hinderwet nog maals aandacht zal schenken aan de problemen die door de bewoners naar voren gebracht worden. Heer VAN LOGTENSTEIN: Voorzitter, er is in de commissie uitvoerig over dit voorstel gesproken en het is zelfs al een keer aangehouden. Terecht, want een aantal zaken waren toen niet geregeld die intussen grotendeels wel geregeld zijn, namelijk de voorwaarden waaraan moet worden voldaan om tot deze toekenning van de ontheffing zoneverordening te komen. Wij vinden dat bestemmingsplannen er zijn om zaken te regelen. Dat geeft rechten aan een aantal partijen en door deze voorwaarden hebben wij het maximaal mogelijke gedaan om aan beide partijen dezelfde rechten te doen kennen. De constatering blijft, dat deze plek voor de uitoefening van dit soort bedrijven niet de meest ideale is. De enige reden om dat in de toekomst te verhinderen is het aanpassen van bestemmingsplannen op een zodanig

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1985 | | pagina 266