- 27 -
24 januari 1985
es-
rnd
voor
spelen. Die procedure moeten we in de gaten houden.
Wethouder KINGMA: Als het gaat om het openluchttheater, denk ik dat mijnheer
Visser het wat eenvoudig voorstelt, alsof het uitschrijven van een prijs
vraag de oplossing voor het niet-gebruiken van het openluchttheater op dit
moment zou zijn. Er komt natuurlijk wel wat meer bij kijken. Je zou eerst
een keuze moeten maken voor een overkapping, dat je zou willen investeren
om dat aan te brengen. Verder zou je duidelijk voor ogen moeten hebben of
er mogelijkheden zijn om het daadwerkelijk op een zinvolle wijze te exploi
teren. Gezien het niet-gebruik in de afgelopen jaren, denk ik dat het een
ondoordachte uitspraak zou zijn die de heer Visser ons voorlegt. Wat
niet wegneemt dat hetgeen in de recreatienota staat, namelijk het partikulier
initiatief ondersteunen waar dat reële mogelijkheden biedt om het openlucht
theater op een zinvolle wijze te gebruiken, overeind blijft. Zinvolle
initiatieven zullen wij graag ondersteunen.
Wethouder MENNE: Nu mijn collega's op deze wijze hebben gereageerd, voor
zitter, lijkt het mij het beste dat ik pas op de plaats maak.
Wethouder PLOMP: Voorzitter, ik heb nu het voorstel van de PvdA voor mij
liggen. Het college zou in tegenspraak zijn met zichzelf als het nu zou
staan achter de opmerkingen van mijnheer Van Gelder met betrekking tot punt
11, daar kan het college niet achter staan. Verder heb ik reeds toegezegd
dat wij op het moment -en wellicht voor die tijd ook- dat wij van de
Provincie het groene licht krijgen voor verblijfsrecreatie achter het Soester
Natuurbad, ook in overleg zullen treden met de kampeerders teneinde tot een
zo goed mogelijke oplossing te komen. Inmiddels kan ik wellicht ook toezeggen
dat de Stichting Zwembaden de zwembadproblematiek, zoals hier is aangezwengeld
graag eens aan de orde zal stellen, maar dat is een zaak die ik dan toch eerst
via het college wil leiden.
Mijnheer Pothuizen zegt dat hij een integratie van kampeervoorzieningen in
het algemeen voorstaat en daarbij aan de kampeerders denkt. Wij hebben in
ons stuk ook gedacht aan een zekere vorm van integratie, zij het dan niet
op die plek die de kampeerders graag zouden willen, maar wij veronderstellen
dat, als de nota is aangenomen en bij de Provincie is gekomen, wij toch tot
een bepaalde vorm van integratie zullen moeten komen teneinde onze toezegging
gestand te doen dat wij voor de kampeerders en met de kampeerders tot een
afspraak zullen moeten komen. Dat zal dan moeten geschieden op die plekken
waar de Provincie verblijfsrecreatie toestaat. Wij zijn voor het legaliseren
van bestaande kampeerterreinen, minus het gemeentelijk. De plek binnen of
direkt aanpalend aan het nieuwe complex houdt een beperking in met betrekking
tot het tripartite overleg dat mogelijk ook op andere terreinen t.z.t. nood
zakelijk zal blijken te zijn.
i-J
ok