- 29 -
24 januari 1985
en daar willen we het maar bij laten.
Heer STRIETMAN: Het voorstel van mijnheer Van Gelder steunen wij niet, voor
zitter. Het voorstel van mijnheer Visser gaat ons te ver. Ik ben het met hem
eens dat het openluchttheater t.z.t. een bepaalde rol zou kunnen spelen, dat
het er mooi ligt enz. maar overkappen gaat ons te ver.
Heer VAN GARDERENMijnheer de voorzitter, het overleg dat de wethouder
heeft toegezegd voor het gemeentelijk kampeerterrein, daar kan ik mij in
vinden. Vandaar dat ik het amendement van de PvdA niet kan ondersteunen.
Dan moet ik nog wat rechtzetten, ik heb gezegd dat ik uw beleid niet kan
ondersteunen t.a.v. het uitbreiden van het vliegveld tot een landelijk
luchtvaartcentrum. Het college heeft bezwaren en die heb ik ook, dus ik kan
uw beleid daarin wel volgen.
Heer VISSER: Het is ook een schijnvertoning, mijnheer Krijger, als we aan de
ene kant refereren aan een besluit van de raad om het openluchttheater niet
meer te gebruiken en aan de andere kant in de recreatienota partikulier
initiatief willen stimuleren. Wat wilt u nu met het openluchttheater?
Er zijn mogelijkheden, maar dan moet er een oplossing gevonden worden voor
de problemen die ik geschetst heb. Ik dien hierbij een motie in, de tekst
daarvan heeft u al voorgelezen.
Heer VAN GELDER: Voorzitter, ik denk dat er toch een duidelijk meningsverschil
is. Wij,als PvdA zouden het gemeentelijk kampeerterrein in principe open
willen houden. Ik begrijp dat verder alle frakties zich daartegen verklaren.
Wij kunnen ons vinden in de verbeterde overlegprocedure, zoals die door D'66
is voorgesteld en door de wethouder is overgenomen. Ik teken daarbij wel aan,
dat de wethouder heeft toegezegd dat hij over de zwemaccommodatiesna
overleg met de Sportstichting, met voorstellen zal komen. Als ik dat goed
begrepen heb, gelet op de standpuntbepaling met betrekking tot het kampeer
terrein, dan trek ik de motie in.
Heer POTHUIZEN: Ik heb de reaktie van het college op de motie van mijnheer
Visser gehoord. Ik moet vaststellen dat de motie helemaal niet zo ver reikt,
de motie biedt eigenlijk de mogelijkheid om te toetsen welke toekomstige
gebruikswaarden we aan het openluchttheater kunnen geven en elke verdere
overweging kan daarna in alle rust plaatsvinden. De reakties dat het wel
teveel geld zal gaan kosten, vind ik prematuur. De motie zal mijn stem
krijgen.
Wethouder PLOMP: Mijnheer de voorzitter, met betrekking tot het zwemgebeuren
heeft mijnheer Van Gelder een toevoeging van mij waarschijnlijk gemist. Ik
heb gezegd dat ik dat via het college zal moeten doen.
VOORZITTER: Er is dus slechts toegezegd dat het in het college besproken
zal worden.