985 18 november 1985 i een en ;eli jke iuis- jevolg was, ct u rgaan jrstel Men van r het van ge- even de i huidige zijn l de orde ;e hebben, om een lienaan- Joest is nent, dat aan wal nwoordiger schetsen willen aan het het ratio-l irganisa tie i minder >nd en word| in. Daar .jke wegen jntariserenl Lnatiegroefj sn van de provincie Utrecht zitting hebben naast de provincie en de Provinciale Waterstaat, de Inspectie en het Ministerie. Er is een voorzichtige, beschei den start gemaakt met de inventarisatie van die bedrijven die metaaloppervlak ken bewerken, dus spuiten, etsen, emailleren e.d., om te kijken wat voor soort afvalstoffen deze doen vrijkomen en waar deze blijven. Dat vraagt erg veel tijd en mankracht, vandaar dat daar een bescheiden begin mee is gemaakt. Er is daardoor een relatie met de provincie en Provinciale Waterstaat, die goed te noemen is. Als u vraagt naar het uitzicht op resultaat, dan kan ik daar positief op antwoorden. Er zijn ook door andere sprekers vragen gesteld over de controle op en de naleving van de in de hinderwet opgenomen vergunningen en de bepalingen terzake van bodemvervuiling. Ik wijs erop dat de bodem- en grondwaterver vuiling in de eerste plaats een provinciale aangelegenheid is en dat de hinderwet daartoe maar beperkte mogelijkheden biedt. Bovendien vindt de constatering van een vervuiling pas achteraf plaats, waarbij ik denk aan het dumpen van olie in putten, het deponeren van mest en gier in sloten en het eventueel klandestien storten van afval. Om de bedrijven beter in zicht te krijgen, wordt gewerkt aan een hinderwet uitvoerings programma (h.u.p.) waardoor deze problemen beter kunnen worden aangepakt. Ten aanzien van de hinderwet voeren wij dus een aktief beleid, ook wat betreft de bodemver vuiling, maar de mogelijkheden zijn beperkt. Er is samenwerking met de provincie, waar onder andere ook de signalering onder valt. In het kader van het milieu heeft mijnheer Visser gevraagd om weer tot het instellen van een milieubeleidsplan over te gaan. De raad heeft dit destijds in het kader van de bezuinigingen ingetrokken en indien men daar alsnog toe zou besluiten, gaat dat uiteraard geld kosten en dan zou ik u in ieder geval willen adviseren om, alvorens hiertoe eventueel te besluiten, de resultaten van genoemde h.u.p. af te wachten, inclusief de vermoedelijk daaraan verbonden kosten. Vervolgens zou u zich af kunnen vragen of een m.u.p. (milieu uitvoerings programma) waarbij het accent meer wordt gelegd op de knelpunten dan op een beleidsprogramma, dan niet de voorkeur zou ver dienen. Ik adviseer u derhalve om de motie van mijnheer Visser niet te aanvaarden op dit moment. Voorts heeft mijnheer Visser een vraag gesteld over de afstelling van het beleid op het gebied van het milieu. De punten die hij noemt, de versnippe ring, worden onderkend en dit zou kunnen worden meegenomen in het nadenken over een eventuele reorganisatie op langere termijn en op kortere termijn door het maken van goede afspraken onder andere tussen politie en gemeente werken, waaraan thans wordt gewerkt. D'66 vraagt naar het bosbeheersplanHet is bekend dat dit in 1990 afloopt 43 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1985 | | pagina 340