- 54 -
18 november 1985
Heer VERHEUSVoorzitter, mijnheer Van Gelder heeft namens zijn fraktie -en
u heeft dat eigenlijk ook min of meer verwoord in uw nota van aanbieding-
nogal kritiek geleverd op het financieel beleid van het huidige kabinet. Nu
hoef ik hier het kabinetsbeleid niet te verdedigen, maar ik wil er toch iets
van zeggen. Ik denk dat deze regeringscombinatie, met al het falen en feilen
dat eraan ten grondslag ligt zoals bij elke regeringscombinatie het geval is,
toch kans heeft gezien,in een zittingsperiode die bijna afgelopen is,dit land
een aantal impopulaire maatregelen op te leggen waardoor 's lands financiën
er wel een stuk beter voorstaan op dit moment dan bij de start van deze
regering,zon vier jaar geleden.
Er is ook gesproken over het tarievenbeleid. Wij hebben een voorstel gedaan
tot verlaging. De PvdA heeft al meerdere malen voorstellen., gedaan tot ver
laging danwel handhaving van het oude niveau, zegt mijnheer Van Gelder. Toen
echter de verhoging aan de orde was van de cai-tarieven, was de fraktie van
mijnheer Van Gelder daar toch tegen.Dan vraag ik mij af, als je tegen een
dergelijke verhoging bent, hoe moet je dat dan naar je achterban toe verkopen
dat je als PvdA speciaal voor de 'kleine man'-in de goede zin bedoeld- op de
bres staat. Ik denk dat mijnheer Van Gelder zich juist tegenover zijn achter
ban, zeker voor wat betreft ons voorstel van vorig jaar met betrekking tot
de verlaging van de vastrechttarieven, in een dusdanig moeilijke positie
heeft gelaveerd, dat hij daar nauwelijks meer onderuit kan.
Dan heeft mijnheer Visser nog een opmerking gemaakt met betrekking tot het
vertrek van mijnheer Kruitwagen. Wij zijn het roerend met wat hij zei eens,
maar ik denk dat het beter geweest was, als door één raadslid -wie dan ook- di
verwoord was namens alle frakties, omdat ik denk dat de hele raad de woorden
van mijnheer Visser wel zal onderstrepen.
Voor wat betreft de ontwikkelingssamenwerking heeft mijnheer Pothuizen een
voorstel gedaan en u bent daar op ingegaan door te zeggen dat het college dit
feitelijk op dit moment nog niet op de begroting wil plaatsen, omdat u eerst
af wil wachten hoe het zich verder ontwikkelt. Daar kunnen wij ons wel in
vinden, maar omdat het zich laat aanzien dat er wel een plan in die richting
op betrekkelijk korte termijn zal komen, zou het misschien goed zijn om
bijvoorbeeld een p.m. post voor dat doel op te nemen.
Op de wijziging van de begrotingsbehandeling bent u al ingegaan, dat heeft
ook onze sympathie, maar ik zou toch graag voordat zoiets geconcretiseerd
wordt daarover in a.b.z. van gedachten willen wisselen. Ik wil er wel alvast
deze kanttekening bij plaatsen: stel, dat we het zouden doen op de manier die
door mijnheer Pothuizen is gesuggereerd, dan moeten wij als raad natuurlijk
ook op de dag dat de raadsvergadering plaats zal vinden het antwoord van het
college schriftelijk in ons bezit hebben.