- 4 -
21 november 1985
De PvdA heeft gevraagd om ook in de toekomst aandacht te blijven besteden
aan diverse moeilijke verkeerssituaties in Soest. Ik kan daarmee uiteraard
instemmen, omdat deze zaken voortdurend aandacht vragen. Hetgeen ik in de
vorige raad heb verteld had alleen betrekking op het feit dat wij die zaak
in de commissie net hadden behandeld. Of dat een bits antwoord was, weet ik
niet, dat was althans niet de bedoeling. Het blijft onze aandacht houden.
Heer POTHUIZEN: Waarvoor hebben we de meerjarenbegroting ingevoerd van de
aktiviteiten-en de planningslijst? Dat is om uit te zetten wat de aktivi-
teiten die we gaan verrichten, ons gaan kosten. Het staat ons al enige tijd
voor ogen en als we het willen uitvoeren in de 'planperiode' dan moeten we
ergens middelen wegzetten. Deze motie beoogt dat te doen en zolang ik niet
zeker weet dat dat gebeurt, handhaaf ik mijn motie.
Wethouder PLOMP: Voorzitter, wij hebben reeds middelen weggezet als raad
door het fonds stadsuitleg te creëren. De middelen zijn al weggezet en uit
die weggezette middelen zullen wij een deel nodig hebben voor Soest-zuid.
VOORZITTERDe zaak heeft inhoudelijk al de aandacht, daar komt het in feite
op neer. U vraagt erop te letten dat er straks ook voldoende middelen zijn.
Daarover kunt u een voorstel van het college verwachten, waarin de zaak op
zich positief zal worden benaderd.
Heer POTHUIZEN: Ik heb alle vertrouwen in de inhoudelijke voorbereiding en
daar gaat de motie dan ook niet over. Het gaat om het financiële aspekt van
de zaak, over de aktiviteiten- en meerjarenplanning.
VOORZITTER: U wilt uw motie dus handhaven, dan komt zij straks in stemming.
Het hoofdstuk economische_zaken is dan aan de orde en vervolgens het hoofd
stuk onderwijs.
Heer VISSER: Mijnheer de voorzitter, ik heb het maandag gehad over de kwali
teit van het bestaan.Ik heb sterk de indruk dat ook wat onderwijs betreft
de kwaliteit in Soest achteruit gaat. In de krant van vanmorgen las ik dat
ik voor de helft overspannen ben en geen fut meer heb. Gelukkig hoor ik nog
bij die andere helft. Een test bij mij op school vorige maand onder de
eerste-klassers van het lager beroepsonderwijs wees uit dat van de 78 leer
lingen er slechts 23 zonder meer het l.b.o. zouden moeten kunnen volgen,
5 leerlingen blijken rijp te zijn voor het individueel technisch- of huis-
houdonderwijs en de overige 50 leerlingen hebben in meerdere of mindere mate
steun nodig bij taal, rekenen of beide, De eerlijkheid gebiedt mij u te
melden dat de basisscholen in Baarn er beter afkwamen dan de Soester lagere
scholen. Dit jaar bleken 3 kinderen na zes jaar basisonderwijs nog geen klok
te kunnen kijken. De voorzichtige conclusie is gerechtvaardigd dat de
kwaliteit van het onderwijs ook in Soest de landelijke trend volgt van
achteruitgang. Ik dring er daarom bij de wethouder van onderwijs op aan om