- 7 -
21 november 1985
op de verdeling van de portefeuilles, stel ik voor eerst cultuur te bespreken.
Heer KRIJGER: Cultuur en recreatie is in wezen niet exact te splitsen.
Recreatie hoort bij wethouder Plomp en cultuur bij wethouder Kingma, maar er
zijn ook een aantal recreatiezaken die worden toegerekend aan de portefeuille
van wethouder Kingma. Dat is dus een probleem als u het apart behandelt.
Mevr. GREEFHORST: Voorzitter, nog steeds is onze fraktie allerminst gerust
gesteld dat het bij de bibliotheek Soesterberg in goede banen blijft.
We weten nog helemaal niet hoe het met het Dorpshuis gaat, hoe de leeszaal-
funktie gaat aflopen. Als we de antwoorden van de commissie welzijn lezen,
dan bieden die niets nieuws ten opzichte van de aanbiedingsbrief. In de
leeskamer lagen stukken van het dorpshuisbestuur, waaruit bleek dat men
formeel nog niets van het bibliotheekbestuur heeft gehoord. Het huurcontract
met het bibliotheekbestuur loopt pas 1 januari 1987 af, dus het is vreemd
dat er plannen zijn om per 1 april te starten met een biblio-bus, terwijl
het dorpshuisbestuur nog van niets weet. Het kan misschien voor de biblio
theek op zich een goede oplossing zijn, omdat ze dan ook Soest-zuid en
Soestdijk beter kunnen bedienen, maar wij zitten hier voor het totale
plaatje. Aangezien we dat nog steeds niet hebben, hoop ik dat we nu van
de wethouder duidelijk antwoord kunnen krijgen.
De post 510.06 gaat over het emancipatiebeleid. Vorig jaar hebben we in deze
raad tijdens de begrotingsbehandeling 5.000,= uit eigen middelen toegevoegc
aan de bijdrage van het rijk. Uit de raad werd erop aangedrongen om de
normen voor deze gemeentelijke middelen wat soepeler te hanteren dan die
van het rijk. De wethouder antwoordde toen als volgt: "De bedoeling is te
komen tot een regeling die, als de gemeente uit eigen middelen bijdraagt,
de mogelijkheid biedt om aan het probleem dat u noemt tegemoet te komen".
Het probleem van de strenge normen, dus. In de commissievergadering van
10 januari 1985 zegt de wethouder het volgende: "Indien aktiviteiten door
de rijksnormen buiten de boot vallen, zullen deze -wanneer de gemeente het
belang hiervan inziet- vanuit de post van 5.000,= moeten worden gesubsi
dieerd". Wie schetst dan ook mijn verbazing als ik in verslagen lees van
24 oktober 1985,als de wethouder aanwezig is bij een bijeenkomst van de
vrouwenvereniging waar gesproken wordt over de verdeling van de emancipatie-
pot: "De voorzitter is van mening dat er geen twee verschillende maatstaven
mogen worden gehanteerd". Afspraak met de raad was om dat juist wel te doen.
Welke normen hanteert de wethouder nu? Daar wil ik graag duidelijkheid over.
Een aantal zaken die vrouwen in het kader van de emancipatie hebben aan
gevraagd schijnen doorgeschoven te worden naar de post educatie. Als ik in
de begroting de toelichting lees, dan staat dat die post 510.04 bedoeld is
voor de V.O.S.-cursussen, Volksuniversiteit en alfabetisering en educatieve