- 14 -
21 november 1985
Heer EBBERS: Voorzitter, ik blijf toch bij mijn standpunt met betrekking tot
het bedrag van de bibliotheek. Ik ben er namelijk van overtuigd dat het bedrag
dat hier staat berekend zal zijn naar de oude situatie, maar dat bij het
ontstaan van een nieuwe situatie wij een bedrag goedgekeurd hebben dat lager
had kunnen zijn op basis van cijfers die nu nog niet gelden. Dan krijgen we
toch een verkeerd beeld en daarom blijf ik voorlopig tegen dit voorstel.
Mevr. MEIJER:Voorzitterwe horen nu ook al van de wethouder dat er voor de
25.000,= al aanvragen zijn gekomen voor een bedrag van 37.000,= Het blijkt
dus dat een aantal vrouwengroepen dit jaar niet in aanmerking kunnen komen
voor subsidie. Straks komt er een nieuwe emancipatienota en in de loop van
1986 zullen er nog meer initiatieven komen, die dan niet gehonoreerd kunnen
worden. Als 'Vrouwen voor vrouwen' op een aparte post geplaatst wordt, dan
komt er wat meer ruimte.
Inderdaad had ik ook kritiek op de emancipatienota, omdat ik vond dat er nog
weinig beleid in zat. Afgelopen maandag had ik daar iets aan willen doen
door nieuw beleid in het gemeentelijk apparaat nieuw leven in te blazen. Dat
is niet gelukt. Maar emancipatie is een lange strijd, dus ik blijf rustig
doorgaan
Heer KRIJGER: Voorzitter, een korte reaktie op de diskussie rond de biblio
theek. In de beschouwingen hebben wij afgelopen maandag al aangegeven dat
het echt noodzakelijk wordt om afspraken te maken ten aanzien van raadsleden
in stichtingen en instellingen, waarin ze namens de raad zitting hebben.
De frakties konden wel weten hoe ongeveer de stand van zaken was in het
bibliotheekbestuurwat er speelde, zonder direkt als fraktie de besluit
vorming te beïnvloeden. Er is geen enkele afspraak op dit moment en dat
gaat steeds meer gemist worden. Het wordt nu zaak om op korte termijn een
soort verantwoording naar de raad te regelen, niet direkt gericht op par
tijen, waar mijnheer Visser op doelde, maar naar de raad toe een aantal
vertegenwoordigende afspraken.
VOORZITTER: Ik ben het met u eens.
Heer VAN BRUMMELEN: Voorzitter, de vergaderingen van het bibliotheekbestuur
zijn openbaar. Men kan de vergaderingen bijwonen, maar daar wordt nooit
gebruik van gemaakt.
Heer POTHUIZEN: Heeft men dan ook inspraak, mijnheer van Brummelen?
Heer VAN BRUMMELEN: Dat kan via andere kanalen, maar dan was u in ieder
geval helemaal op de hoogte geweest,
VOORZITTER: Voor de duidelijkheid: de raadsleden die in dit soort stichtingen
zitting hebben, die zijn wel afgevaardigd door de raad, maar ze vertegen
woordigen de raad als geheel dus niet. We komen daar nog op terug.