- 21-
21 november 1985
Het zal straks bij de behandeling van de begroting van de bedrijven voor
ons wel reden zijn om te zeggen dat wij de begroting van de sportstichting
niet goed zullen keuren omdat die nog in de commissie financiën behandeld
moet worden. We hebben net gesproken over de problematiek rond de biblio
theek, ook een stichting die een aantal dingen doet die we als gemeente
leuk vinden of niet leuk vinden en waar we op een belangrijke wijze finan
cieel in deelnemen. Het is in ieder geval zo, dat we een commissie welzijn
hebben waarin we als raad mee kunnen denken over de plaats van zo'n
bibliotheek in het geheel. Zo'n commissie ontbreekt waar het om de sport
gaat. Het sportbeleid als zodanig dat onttrekt zich aan een echte politieke
diskussie en dat vinden we jammer. Ik steun dus ook zeker de opmerkingen
van mijnheer Ebbers dat er een raadscommissie zou moeten zijn voor de sport.
VOORZITTER: Over de formele kant van dit punt wil ik opmerken dat het
natuurlijk al jaren zo is en dat ook de begrotingsbehandeling van de sport
stichting en de stichting zwembaden te maken heeft met deze situatie. De
opmerkingen uit de financiële commissie dat men het niet wilde behandelen,
heb ik eigenlijk meer gezien als een signaal aan het college dat het
eigenlijk een verkeerde route is en er een andere behandelingswijze zou
moeten komen, maar niet omdat men inhoudelijk tegen de begroting is. In de
algemene beschouwingen heb ik al gezegd dat bij de bespreking in de raad
van de reorganisatieplannen ook de struktuur van de stichtingen betrokken
zal worden. Hoewel het accent ligt op de ambtelijke organisatie zal het
ook gaan om de relatie met de bestuursorganen. Als je daaronder wil vatten
-en dat willen wij- dat je ook moet kijken hoe bij een eventuele nieuwe
struktuur de aansluiting in commissieverband moet zijn voor de verschillende
onderdelen, dan komt vanzelf die vraag in de komende maanden aan de orde.
Wij zullen er zelf ook op toezien dat dat ook gebeurt. Ik geloof dat ik
hiermee positief reageer op de opmerking van mijnheer Ebbers en van mijnheer
Van Gelder. Wat de formele behandeling betreft, heeft de raad formeel gelijk
als er gesteld wordt dat dit eigenlijk niet behandeld kan worden omdat het
nog niet in de commissie behandeld is omdat het algemeen bestuur de begro
ting nog niet definitief had vastgesteld in verband met een deelnemersver-
gadering die nog gehouden moest worden. We moeten toch wel praktisch blijven
en daarom stel ik voor om over het sportbeleid wel degelijk vandaag te
spreken. Alleen, over de formele afhandeling moeten we geen messen trekken,
als u als raad vindt dat we die even moeten aanhouden tot een volgende raad
zodat de commissie financiën alsnog wat kan zeggen over de financiële kant,
dan hebben we daar als college geen bedenkingen tegen. Maar laten we wel
het sportbeleid als zodanig nu bespreken, want daar zitten we hier vandaag
voor