- 4 -
21 november 1985
van het bureau. Als het meer tijd kost, dan moet dat maar, in het belang van
deze zaak.
Heer VISSER: Mijnheer de voorzitter, ook ik ben toch een beetje geschrokken
van het verslag dat wij gekregen hebben van het georganiseerd overleg in
ambtenarenzaken.Ook ik krijg de indruk uit dit verslag dat sommige personeels
leden nu al denken dat de zaken te vlug gaan en dat de start niet zo zorg
vuldig is geweest. Als dat niet waar is, dan moet u het maar zeggen.
Het is van het allergrootste belang dat het personeel vanaf het begin hier
bij betrokken wordt, dat er goed overleg is en dat mijnheer Klootwijk van
De Galan en Voigt die interviews gaat houden. Maandagavond heb ik al gezegd
dat we inderdaad af en toe te maken hebben met een ouderwets bedrijf. Niet
alles wat ouderwets is, is altijd slecht. Soest moet wat dat betreft ook een
beetje Soest blijven en we moeten straks niet die dingen gaan schrappen en
veranderen die eigenlijk erg goed zijn. Die zijn er in Soest. Door de vlotte
manier van doen dreigt de zaak straks zo overhoop te worden gehaald dat we
het kind met het badwater weggooien. Als in het verslag van het georganiseerd
overleg met name iemand zegt dat vooral de knelpunten op een rijtje zetten
één van de belangrijkste dingen is waaraan gewerkt moet worden, dan moeten
we niet persé een moderne organisatie willen creëren die straks misschien
wel helemaal verkeerd uitpakt. Ook ik heb een beetje die angst overgehouden
uit wat ik tot nu toe gelezen heb. Verder wens ik u in Wolfheze een goede
conferentie toe.
Heer KRIJGER: Mijnheer de voorzitter, ik denk dat de opdracht aan het bureau
dat de organisatie moet doorlichten te laat komt om deze begrotingsbehandeling
en de raadsvergadering nog van advies te kunnen dienen hoe te handelen. Over
deze zaak is al een aantal keren in openbare bijeenkomsten gesproken. In de
commissievergadering is gesproken over hoe we om moeten gaan met de gemeente
lijke organisatie voor de komende tijd. Wat mijnheer Bolhuis heeft gezegd,
met name met betrekking tot de zorgvuldigheid richting personeel, onderstreep
ik. Daarom ben ik ook blij dat u op zo'n korte termijn hebt gereageerd op
suggesties en mogelijke misverstanden die vanuit het georganiseerd overleg
zijn gekomen. U heeft de opdracht daaraan aangepast en ik vind dat een goede
werkwijze, omdat we dan in januari kunnen zien of er problemen zijn, waar
we heen moeten gaan.
Veel gemeenten zijn ons voorgegaan, een herorganisatie is niet nieuw. Het is
ook niet zo dat we de hele gemeente op zijn kop moeten zetten, omdat binnen
de ATB-operatie -die nog niet afgesloten is, dat besluit hebben we nog niet
genomen- al heel wat onderzoek is verricht naar de te verrichten taken. Al
dat materiaal is er en ik denk dat het met rechtstreekse medewerking van
mensen uit de gemeente zelf, aan te wijzen door de medezeggenschapscommissie,