- 5 -
21 november 1985
mogelijk moet zijn het overleg zo zorgvuldig mogelijk te laten verlopen.
Daar moet ik wel bij zeggen dat uw laatste reaktie tot mijn positief oordeel
heeft geleid, want ik hield even mijn hart vast dat het te snel zou gaan.
Maar u heeft ook snel gereageerd op voorstellen vanuit het g.o. en dan zeg
ik: het vertrouwen is er, u kunt doorgaan wat ons betreft.
Heer VAN GELDER: Voorzitter, wij zijn het eens met het voorstel tot her
overweging van de gemeentelijke organisatie. We moeten ons daarbij reali
seren dat daarbij zowel het bestuur (de gemeenteraad, het college van B&W)
betrokken is als het ambtelijk apparaat zelf. Dat betekent -daarin onder
schrijf ik de woorden van mijnheer Bolhuis volkomen- dat grote zorgvuldig
heid moet worden betracht naar het gemeentelijk apparaat toe. Dat betekent
ook -daar heb ik voor gepleit in de commissie a.b.z.- dat een goede bege
leiding vanuit de raad voor het onderzoek noodzakelijk is. We hebben daar
gesproken over een aantal mogelijkheden en de commissie bedrijven, in
combinatie met a.b.z., is afgevallen.We gaan ervan uit dat in de komende
maanden ina.b.z. door wethouder Oudemans en aangevuld voor wat betreft
mijn fraktie met een vertegenwoordiger in het georganiseerd overleg, aan die
vergadering deelgenomen kan worden om ook van onze kant zo goed mogelijk
daarin te participeren. Mijn vraag van net betreft een punt dat mij wel
wat teleurgesteld heeft: de opdrachtverstrekking is eigenlijk al zover
door, zonder dat we er op die manier over hebben kunnen praten. Ik hoop
dat we in de komende periode niet door de haast gedreven, stappen gaan
maken waar we achteraf spijt van zullen krijgen.
Heer POTHUIZEN: Voorzitter, ik kan kort zijn. De elementen die ik miste
zijn door mijnheer Van Gelder ingebracht. Een klein nuanceverschil: akkoord
is iets teveel gezegd, ik gun dit voorstel het voordeel van de twijfel.
Maar ook: voorzichtig in het overleg.
VOORZITTER: De boodschap is duidelijk: snelheid, vlotheid is goed, mits
voorzichtig. Voorzichtig wil dan zeggen: goed luisteren naar anderen, naar
allen die erbij betrokken zijn en in het bijzonder het personeel.
Ik heb helemaal niet de behoefte om ons beleid te verdedigen, want we hebben
de route in goed overleg met elkaar uitgestippeld. We proberen dat nu in te
vullen in de voorbereiding. Dan komt er natuurlijk commentaar, maar daar
probeer je op in te spelen. Dat is naar mijn gevoel het allerbelangrijkste,
dat je luistert naar de ander en er dan ook werkelijk op inspeelt. Dan hoef
je het niet altijd met elkaar eens te zijn, je mag dus ook wel anders
inspelen dan ze verwachten, maar £ls je maar reageert en liefst snel.
Die snelheid moet er wel zijn, je moet niet in een vertraging raken doordat,
als mensen opmerkingen maken in het g.o. of de m.c., die weken blijven
liggen en er dan weer eens doorgegaan wordt. Ik vind dat je vlot moet zijn,