- 22 -
21 november 1985
oud. Ik heb alle argumenten weergegeven, mijnheer de voorzitter, er is niet
één argument door de beroepschriftencommissie of door het college naar voren
gebracht dat een wettiging van de verwerping van de aanvraag reëel maakt.
Wethouder PLOMP: Voorzitter, hetgeen mijnheer Lanser wil is in strijd met
het bestemmingsplan.
Heer VAN DEN BREEMER: U spreekt zichzelf tegen, in de nadere motivering staat
dat het in strijd zijn met het bestemmingsplan eigenlijk het punt niet is,
maar dat het erom gaat of u daar een ontheffing aan wilt verlenen. Als je
niet van een bepaling in een 37 jaar oud bestemmingsplan af kunt wijken, dan
denk ik dat we helemaal niet meer kunnen werken.
VOORZITTER: Ik wil de diskussie afsluiten, uw standpunt is duidelijk.
Met de aantekening dat de heren Blom en Van den Breemer tegen het voorstel
hebben gestemd, wordt het voorstel aangenomen.
22. Voorstel tot aankoop van grond gelegen aan het Weteringpad van B.V. Bottel
maatschappij Het Gooi gevestigd te Soest en enige anderen.
23. Voorstel tot aankoop van grond gelegen aan de Nijverheidsweg van de Staat
(Staatsbedrijf der P.T.T.)
24. Voorstel tot het aangaan van een overeenkomst tot ruiling van gronden aan/
nabij Apollo met de R.V.S. Levensverzekering N.V. te Rotterdam.
De voorstellen 22 t/m 24 worden achtereenvolgens zonder diskussie en zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
25. Voorstel tot verkoop van het perceel gemeentegrond, kadastraal bekend sectie
K nr. 2597 (Molenstraat 133) aan de heren J.F. en F.E. Higler te Soest.
Heer POTHUIZEN: Voorzitter, wij hebben over dit onderwerp nog een brief ge
kregen, gedateerd 15 november 1985. Met de tweede alinea van die brief heb
ik het een beetje moeilijk. Ik heb die vergadering ook bijgewoond. Er is
over het algemeen een gebruik hoe je tot besluitvorming in zo'n commissie
komt. Er is door een lid een voorstel gedaan en er is vervolgens door niemand
in de commissie gezegd dat het niet zo moest worden gedaan. Naar mijn idee
is dan hetgeen hier staat -dat het maar één lid is geweest en dus het aan
vankelijk toegezegde niet hoeft- niet in lijn met hetgeen gebruikelijk is.
Heer VISSER: Voorzitter, in heel Soest proberen wij dit soort bedrijven uit
de woonstraten te halen. Mijnheer Van den Breemer haalde vanmiddag nog aan
dat het ook een onderdeel was van zijn initiatiefvoorstel om zoveel mogelijk
dit soort dingen te weren naast woningen. Dit bedrijfje vind ik daar ook
helemaal niet thuishoren en ik stem daarom tegen uw voorstel.
Heer VAN LOGTENSTEIN: Voorzitter, dit stuk heeft inderdaad een vreemde proce
duregang gekend. We hebben het in r.o. op dinsdagavond behandeld en in
financiën op donderdagavond. In de commissie r.o. zijn een aantal aspekten
genoemd, die betroffen met name de vraag of het wel juist is om dit te