- 10 -
20 december 1985
heid van hernieuwde desintegratie, afrafeling van de welvaart, toenemende
machteloosheid en het wegvallen van samenwerking en consensus op menig
gebied
De economische en maatschappelijke ontwikkeling van die veertig jaar zijn
uiteraard ook aan het openbaar bestuur niet ongemerkt voorbij gegaan. Dit
zelfde openbaar bestuur is er overigens in vele gevallen als veroorzaker
en stimulator van deze veranderingen opgetreden. De tijd dat de overheid uit
sluitend de funktie van nachtwaker vervulde ligt ver achter ons. In de loop
der jaren werden steeds nieuwe taken ter behartiging voorgedragen. Er is
thans bijna geen terrein van het maatschappelijk leven meer te noemen waarop
de overheid zich geen toegang heeft verstrekt, waarvoor geen regelgeving
bestaat. Een regelgeving die zich niet beperkt tot hoofdzaken, maar die wordt
verfijnd door talloze Koninklijke Besluiten, algemene maatregelen van bestuur
en circulaires. Er is een veelheid aan problemen en belangen ontstaan die
dikwijls weer in een complex geheel verweven zijn. De overheid ziet zich
steeds meer geplaatst voor een dynamische en pluriforme samenleving met
alle onzekerheden die daaraan verbonden zijn. Bovendien, de burger van thans
is een geheel andere dan die van de veertiger en vijftiger jaren. De overheid
ontmoet steeds meer mondige burgers en groepen van burgers die heel duidelijk
hun wensen en verlangens deponeren op de tafel van de bestuurder, die prio
riteit verlangen toegekend te zien aan hun belangen. Verkleinen van de
afstand tussen bestuur en bestuurde, meer zeggenschap, meer openheid wordt
steeds opnieuw bepleit en aanbevolen.
Het gedurende deze bijna 40 jaar mogen werken in een funktie bij het open
baar bestuur en dan nog in verschillende delen van het land, aanvankelijk
in het oosten, vervolgens in het westen en de laatste jaren in het centrum
van het land, betekent dat men met deze veranderingen bezig is, dat men
daaraan deelneemt. En het moge dan zo zijn dat dat veel tijd en inspanning
heeft gekost, maar het heeft mij steeds bovenmatig geboeid en bezig gehouden
en ik heb er altijd grote voldoening in gevonden, voldoening om mee te helpen
een plaatselijke gemeenschap te ontwikkelen, om goede voorzieningen op tal
van terreinen mede helpen tot stand te brengen en in stand te houden,
voldoening om mensen bij te kunnen staan en te kunnen helpen bij het oplossen
van problemen. Ik heb mijn funktie altijd graag vervuld en ik dacht ook te
mogen zeggen met enthousiasme, met ernst en volharding. Ik vind dat een reden
om vandaag dankbaar, zeer dankbaar daarvoor te zijn.
Meerderen die hier vandaag het woord hebben gevoerd, hebben reeds opgemerkt
dat de positie van secretaris in een gemeente een bijzondere positie is.
Van hem wordt zo het een en ander verlangd. Hij is de secretaris van het
bestuurscollege, de eerste adviseur van de bestuursorganen, coördinator van