- 4 - 20 december 1985 bijlage) in de week- en dagbladen kunnen lezen de afgelopen periode,dat mijnheer Kruitwagen -en dat werd onder het personeel bijzonder gewaardeerd- oog had voor de werkomstandigheden,zorg had om de huisvesting. Het is niet op deze plaats voor mij het moment om met u te gaan praten over de huisvesting van het gemeentelijk aparaat. Dat zou u mij misschien nog kwalijk nemen ook. Dat is niet mijn bedoeling, maar één ding mag ik misschien wegnemen. Te vaak tref ik een beetje in de diskussies of in het afwezig zijn van de diskussies over die huisvesting het beeld alsof het vanuit het personeel iets is van pretenties, eigenbelang of misschien opgeklopte verhaal. Dat zou ik graag weg willen nemen, het gaat om een salarispost van 6 miljoen, het gaat om 120 mensen, het gaat om de behoefte om efficiënt te kunnen werken, om goede dienstverlening, goede serviceverlening te geven aan het publiek. Daar willen we graag met u over praten en ik heb het volste vertrouwen dat dat gesprek -als het een keer plaatsvindt- ook gehoor zal vinden bij u. De toekomst ligt vlak voor ons en dat zal voor u, mijnheer en mevrouw Kruitwagen, heel anders zijn dan de jaren achter u. Wij willen daar ook iets aan doen in de sfeer van een ambtskostuum. U zult de komende jaren hopelijk veel aan sport doen en ik heb gedacht: dat mag niet in de koude kleren gaan zitten, dat moet warm zijn. Ik heb hier een pak bij mij. Op dat pak, dames en heren, staat de kreet Soest Roest. Waarom? Dat zal ik u vertellen. Het werken in onze gemeente, in onze goede gemeente, was plezierig en is nog plezierig. Maar dat gaat vaak gepaard met spanningen en inspanningen. Dat gaat je niet in de koude kleren zitten, heb ik gezegd, dat gaat je ook aan het hart als je niet oppast. Dat is sleets, dat slijt aan degene die in die kamer zit waar mijnheer Kruitwagen een groot aantal jaren doorgebracht heeft. Het slaat in de eerste plaats op mijnheer Kruit wagen zelf, hij is een beetje verweerd de afgelopen jaren. Maar het slaat ook op onze gemeente; de waterleiding bij ons roest en de brandweerauto's roesten, de riolen roesten, we hebben wateroverlast in een grote nieuwbouw- buurt en zelfs het gemeentehuis blijkt te roesten, want ik heb bruine stralen langs de gevel gezien. Als u nu vindt, mijnheer Kruitwagen, dat u met zo'n pak niet over de straat kunt hollen, dan doet u het omgekeerd aan, dan staat er Roest Soest. Dat is op zichzelf ook niet zo'n raar uitgangspunt, want u weet dat dat een groot transportbedrijf is en u zou best naar dat bedrijf toe kunnen gaan en daar een gesprek kunnen hebben over sport-sponso- ring. Ik denk dat u daar met open oren en ogen wordt ontvangen. Ik kom aan het eind van mijn speech en ik zou willen eindigen met de uitspraak dat wij u graag overlaten, als goed huisvader waar wij het genoegen van hebben gehad, aan een goede huismoeder. We hebben mevrouw Kruitwagen de afgelopen jaren ervaren als een ontzettend lieve, warme» hartelijke, aardige vrouw en ik kan

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1985 | | pagina 503