- 9 - 20 december 1985
(bijlage)
een heel typisch snijpunt van wegen. Hij had kunnen blijven en had dan 14
jaar lang in een eigen omgeving een volstrekt gewonnen thuiswedstrijd kunnen
blijven spelen. Hij heeft heel bewust gekozen voor een hele moeilijke en
ingewikkelde situatie die hij alleen van de buitenkant kende. Dat heeft
hij toch gedaan en dat is voor mij altijd een ontzettend belangrijk facet
geweest van zijn karakter om dat geheel ook buitengewoon positief te leren
kwalificeren. Over Soest heb ik zelden of nooit met hem gesproken.Ik wist
iets over grond en ik wist iets over stoeltjes in het gemeentehuis, brand-
weerstoeLt jes of geen brandweerstoelt jesmaar goed, dat is iets voor Soest,
niet voor mij. Bij het afscheidsdiner hebben we wel erg zitten lachen. Dat
was bij de familie Quarles thuis en ik herinner mij nog de schaterende
conflictstof tussen de lieve en voortreffelijke gastvrouw en mijzelf, waar
ik vermoedde dat van een kip sprake was en zij mij toebeet: Mijn hemel,
deze fazant -of patrijs- zou je eigenlijk de ogen moeten uitpikken. In die
sfeer speelde zich dat af, ik kan u ook zeggen dat ik die opmerking over
die kip heel bewust had gemaakt natuurlijk, kortom, in die sfeer gingen wij
daar met elkaar om. Dat was allemaal prachtig. Ik besluit, dames en heren.
Het is met dit verhaaltje eigenlijk zo als met een gedicht van de grote
schrijver Van het Reve dat ik u zal proberen uit het hoofd te reciteren.
Zodra de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie in de Randstad Holland voor
branche-vreemde artikelen een pendeldienst heeft ingesteld, zal ik, mijn
ouderdom ten spijt, weer aan de Kennedy-ronde deelnemen.
De parallel met het gedicht is, dames en heren, -ik ben blij dat iedereen
zwijgt, toen ik het voor het eerst las was dat ook zo- dat het eigenlijk
helemaal niets zegt, dat het een beetje raar is, maar dat het misschien
een licht ironische ondertoon heeft. Zo heb ik dit verhaal ook geprobeerd
aan te vatten. Ik zou nu verder hebben kunnen stoppen, met lege handen,
maar dat vond ik toch niet zo aardig. Ik heb voor je gekocht, namens,
zeg nu maar: die schimmen, die herinneringen uit het verleden, maar wel op
persoonlijke titel, een heel klein, dun boekje: Utrechtse notities van
Alberts. Ik heb het zelf gelezen, ik ben in Utrecht geboren, in tegenstelling
tot jullie, want ik ben hier dus terug naar het geboorteland gekomen en dat
is bij jullie helemaal niet aan de orde. Hij schrijft over wat hij in zijn
jeugd in Utrecht heeft beleefd. Hij schrijft daarover met mildheid, met een
positieve ondertoon. Ik dacht dat dat een aardige parallel was als je later
zo ook aan je Soester periode en aan al je andere perioden kunt denken. Dan
heb je iets waarvan je kunt zeggen: ik heb toen tevreden als een tevreden
mens kunnen leven.
VOORZITTERDames en heren, mijn collega heeft zich aan de afspraak gehouden