aar jnsen t is Gelder en n t. ijn ich srkt om ïlukt fout etschool en dat leiding eiding it heeft rgumenten en het edaan, ster heeft een andere :daad oeslist re zou We n voor onbe- »n maand bespreken. - 13 - 28 februari 1985 Heer POTHUIZEN: Mijnheer de voorzitter, ik ben wat onzeker over de precieze - bedoeling van de motie van mijnheer Visser. Ik lees de motie zo, dat daar niet noodzakelijkerwijs uit moet komen dat er nu alleen een tweehoofdige leiding moet komen, maar dat er een nieuwe voordracht moet komen op basis van hernieuwde informatie bij de schoolbesturen en de medezeggenschapsraden, die dan op basis van de gewijzigde omstandgheden opnieuw kunnen adviseren. Het zou dus kunnen zijn dat er dan opnieuw voorstellen voor eenhoofdige leiding uitkomen. Begrijp ik dat goed? Heer VISSER: Dat heeft mijnheer Pothuizen goed begrepen, mijnheer de voor- zi tter Heer POTHUIZEN: Dan zal ik de motie Visser steunen. Heer VAN GELDER: Voorzitter, ik heb argumenten gebruikt in eerste instantie om mijn standpunt te verduidelijken en mijnheer Visser heeft gemeend daar op te moeten reageren. Hij is toch kennelijk niet goed in staat om het onderscheid tussen de principiële keuze voor eenhoofdige schoolleiding en het realiseren van de emancipatie in de keuze daarvan, te maken. Dat vind ik jammer, maar als ik het opnieuw uitleg kunt u misschien mijn vraag met betrekking tot uw motie beantwoorden, die ik gesteld had. De keuze voor eenhoofdige schoolleiding is ingegeven door een aantal argu menten die ik genoemd heb met betrekking tot hoe je het beste in een school leiding kunt geven. Ik vind het jammer dat er geen voorstellen zijn gedaan waarin de voorkeur is gegeven aan een vrouw, zeker als er sprake van gelijk- waarigheid was. Ik heb mijnheer Visser gevraagd of hij zijn motie wilde aanpassen op de overwegingen om met name de toetsing nog een keer te laten plaatsvinden of er ook vrouwen in aanmerking komen om tot hoofd of direk- teur van de school te worden benoemd. Dan zijn we meer in het kader van de emancipatie aan het werk, want dan maken we de keuze om daar, waar gelijkwaardigheid is, vrouwen voorrang te geven boven mannen. Wethouder MENNE: Onderwijs is broos, daar moet je erg voorzichtig mee omgaan. Als je vindt dat de kans op succes het grootst is bij een bepaalde aanpak, in dit geval dus één eind*- verantwoordelijke, dan moet je daarvoor kiezen. Mevr. Meijer noemde deeltijdarbeid, maar het gaat over dezelfde twee mensen die een andere titel krijgen, maar qua arbeid heeft het met deeltijdarbeid niets te maken. De medezeggenschapsraden hebben gekozen, gericht op eenhoofdigheid, voor een man in zes gevallen en voor een vrouw in één geval. Dat proces heeft plaatsgehad. Aan het voorstel van mijnheer Visser heb ik geen behoefte. Heer VISSER: Het proces waar mijnheer Van Gelder het over heeft kan in de overwegingen in dit voorstel meegenomen worden. t i is sr

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1985 | | pagina 62