- 4 -
21 maart 1985
dacht willen meegeven, staan eigenlijk in uw nieuwe voorstel genoemd en dat
betreft onder andere dat nu al blijkt, dat de pot voor 1985 al verdeeld is
voor de partikuliere woningen. Wij zouden voor de partikuliere woningen en
ook wel voor de beeldbepalende panden geen p.m.-post willen voor 1986, maar
een concreet bedrag. Er blijkt, dat we voor de partikuliere woningen nogal wat
geld kunnen gebruiken, omdat de pot nu al leeg is. U heeft de bevolking in
een persbericht meegedeeld dat dat zo is en dat er geen aanvragen meer kunnen
komen. Wij zouden u willen vragen daar duidelijkheid in te brengen door vast
te leggen, dat voor 1986 alsnog of nu al zou kunnen worden aangevraagd,of
degenen die voor 1985 een aanvraag hebben ingediend te verwijzen naar mogelijk
heden om dat in 1986 te herhalen. Ik hoop tenslotte dat u de uitwerking van
het volume-besluit zodanig vroeg in de commissies wilt brengen,dat wij in
ieder geval ruim voor het einde van het jaar een inzicht hebben in de uit
eindelijke getallen.
Heer VAN GARDEREN: Mijnheer de voorzitter, wanneer denkt u het budget voor
de partikuliere woningen voor 1985 te bespreken in de commissie r.o.? Dat
bedrag is nu al op en er zijn mensen die een aanvraag ingediend hebben, die
nu moeten wachten.
Heer VAN GELDER: Voorzitter, wij zijn het in grote lijnen eens met de voor
stellen zoals ze nu op tafel liggen. Ik zou nog willen benadrukken dat het ook
ons pijnlijk getroffen heeft dat er eerst tot grote spoed gemaand is door
het rijk met betrekking tot het indienen van de plannen en dat toen van het
ene moment op het andere het niet meer nodig was. Dat is een bijzonder ver
velende zaak. Met betrekking tot de gelden die ter beschikking zijn gesteld
voor de partikuliere woningverbetering merk ik op, dat de werkwijze die in
deze nota staat beschreven in feite dezelfde is als de werkwijze die tot voor
kort gold. Het is duidelijk dat er kennelijk in Soest meer aanvragen zijn
dan kunnen worden gehonoreerd, dat was overigens in het verleden niet anders,
Indien wij daar, waar deze wet de bestaande situatie continueert, zouden
willen overgaan tot een wezenlijk andere verdeling van de gelden dan op grond
van de oude situatie het geval was, dan lijkt mij dat er meer inzicht nodig
is in de kwaliteit van het aanwezige woningbestand, zowel met betrekking tot
de aanwezige eigen woningen, als met betrekking tot de aanwezige huurwoningen j
In dat verband wil ik nogmaals benadrukken, dat herhaaldelijk door mijn frak-
tie is gevraagd om een volkshuisvestingsplan, waarin dat soort gegevens ook
mede voorkomen. Om nu alleen vanwege het feit dat voor een bepaalde categorie
woningverbetering de gelden kennelijk niet voldoende zijn, te besluiten of
althans mee te werken aan besluitvorming die, zonder dat daar goede gegevens
aan ten grondslag liggen, tot een wezenlijke verdeling zou leiden, dat lijkt