- 13 - 18 april 1985 tot een afspiegeling bij de begeleidingscommissie verbazen mij niet. Een afspiegeling is niet nieuw en met name de heer Pothuizen heeft niet bij de college-vorming gezeten, maar daarbij hebben we ook de samenstelling van de commissies in algemene zin aangegeven: de grotere frakties twee en de kleinere frakties, daar waar zij wilden, één elk. Die afspiegeling halen we nu weer naar voren, we willen een korte commissie die geen verantwoorde lijkheden krijgt, die alleen het gevoelen van de raad moet weergeven. De opmerkingen van mijnheer Van Garderen met betrekking tot zijn bijdrage als eenmansfraktie in de besluitvorming, daarvan denk ik dat als drie creatieve frakties met één man elkaar proberen te vinden, dat er hele goede ideeën uitkomen en dat ze heel goed in de commissie hun woordje kunnen doen. Heer VAN GELDER: Voorzitter, in deze raadsvergadering moeten we vaak een groot aantal voorstellen behandelen en de inhoudelijke diskussie tot in de technische details, weliswaar ingekleurd vanuit de politieke visie, willen we geen van allen in deze raadsvergadering hebben. Dat betekent dat die diskussie voor een groot deel voorbereid wordt in de vergaderingen van de commissies, hoewel het feitelijk niet de taak van de commissie is om een soort voor-diskussie in detail plaats te laten vinden die in de raad moet plaatsvinden. Uitgaande van het gegeven dat dat wel de praktijk is, zou mijn fraktie niet mee willen werken aan een voorstel waarbij tegen vertegenwoordigers van groeperingen in de bevolking die in deze raad zitten gezegd zou worden,dat ze daar niet in zouden mogen participeren. Dat be tekent dat wij onmiddellijk zouden moeten accepteren dat de volledige diskussie tot het detail, die door de frakties die buiten die begeleidings groep zijn gehouden gewenst geacht wordt, hier in de raadsvergadering moet plaatsvinden, want daar zou toch ieder van ons het recht moeten hebben om dat aan de orde te stellen,aan de hand van de agenda uiteraard, over de onderwerpen die hier aan de orde komen. Ik vind het dus een heilloos voor stel van de WD en ik kan het ook niet rijmen met een democratische gezind heid. Indien kleine frakties zelf van mening zijn dat het teveel tijdsbeslag geeft, dan is het aan hun om te beoordelen of ze daar geen zitting in wensen te nemen. Enerzijds wil ik kort zijn over een voorstel dat naar mijn gevoel breeduit gemeten in een aantal ronden aan de orde is geweest, maar ik moet toch zeggen dat ik steeds weer aanvullende vragen en opmerkingen van de zij de van het CDA en de VVD proef, die inderdaad de indruk wekken dat,als er zich even een mogelijkheid voordoet, ze liever uitschuiven dan nu een be slissing nemen om het politiebureau zo snel mogelijk neer te zetten. Een voorbeeld daarvan is de hele constructie rond de financiering. Feitelijk is

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1985 | | pagina 96