- 8 -
24 januari 1985
heden tot uitbouw biedt dan een nota, daarom ga ik, met een beetje tegenzin,
wel akkoord met het in eerste instantie consolideren van de status quo. Maar
ik zal niet nalaten te bevorderen, dat er van deze procedure meer wordt
gemaakt dan het verplichte avondje luisteren naar de burger onder het motto
dat dan weer voldaan zou zijn aan een, wellicht hinderlijke, wettelijke
bepaling. Dan moet u mij niet verwijten dat ik de werkelijkheid verteken,
voor ik lid was van deze raad heb ik een ruime portie van dit soort inspraak
mogen genieten. Wat ik, als derde kanttekening, niet begrijp is dat u niet
ingaat op de wens van de woningbouwvereniging om het gestruktureerd overleg
met de gemeente in de inspraakverordening expliciet te plaatsen. Ik sluit mij
aan bij hetgeen mijnheer Van Gelder daarover heeft gezegd.
Dan het volumebesluitbij gebrek aan een meerjarenplan is dat eerste volume-
besluit natuurlijk een stap in het duister. Voor een keer moet dat dan maar,
gelet op de omstandigheden. Het is mij uit de brief van de woningbouwvereni
ging duidelijk geworden, dat het Soesterbergse projekt van die w.b.v. tot
nu toe onbelicht is gebleven. Hoe denkt u dat in het volumebesluit alsnog
te verwerken?
MevrBLOMMERSVoorzitter, mijn fraktie is zeer tevreden over de wijze
waarop u antwoord hebt gegeven op de vragen die gesteld zijn in de commissie
a.b.z. en waarop u de opmerking hebt verwerkt in uw laatste brief. Het blijkt
ook uit een toespraak van de H.I.D. die ik dinsdag mocht horen, dat eigenlijk
in elke gemeente er nog veel onzekerheid bestaat over de wijze waarop er
vorm gegeven moet worden aan al deze plannen. Vandaar dat wij akkoord gaan
met deze 'proefopstelling' voor een jaar, want je zult toch een keer moeten
kijken waar alle problemen zitten en dan pas definitief moeten vormgeven.
In dat verband maak ik mij behoorlijk zorgen over het feit dat bij een projekt
zoals nu door de woningbouwvereniging op de Eng wordt gerealiseerd, de deel
name niet zo groot is als werd verwacht. Wat doe je in zo'n geval met gelden
die oorspronkelijk wel bestemd zijn voor zo'n projekt en die je dan op die
plaats niet kwijt kunt? Wat gebeurt er als er straks met het op volgorde van
aanmelding goedkeuren van projekten een aantal mensen niet meer in aanmerking
komen voor subsidie, blijven die staan voor een volgend jaar? Krijgen we dan
dezelfde situatie die we landelijk een tijd hebben gehad en die nu met de
budgettering wellicht een einde krijgt? Het zijn allemaal vragen waar eigen
lijk nog niemand precies een antwoord op heeft. Daarom lijkt het mij ook
juist om dit jaar dan maar als proefjaar te zien en dan terug te komen, zowel
in de commissie r.o. als in a.b.z. omdat dat toch de commissie is waar we
praten over de vormgeving van een verordening, die rol mag niet ondergeschikt
worden aan de praktische zijde die in de commissie r.o. wordt belicht.