29 mei 1986
- 14 -
Dus ik blijf er nog even bij dat ik het liever eerst in de commissie behandel.
Heer MEILOF: Heel kort, de heer Menne noemde mij even de financiële achter
grond van de zaken van de Sportstichting. De zaken die hier staan, vrijvallende
lasten Carolusschoolbudgetverruiming, een voordeel bij een renovatie
en een omzetting van een lening, zijn eigelijk zaken die een soort spelen
met geld zijn en toevallige gelukssituaties dat ergens geld overblijft.
Dat is natuurlijk niet wat ik versta onder ruimte zoeken in een stuk bestaand
budget waarbij eventueel een ander stuk enigszins weggeschoven wordt en
waarbij eventueel de pijn ergens anders geleden wordt, want hier hoeft
geen pijn voor geleden te worden. Dat is eigenlijk wat ik bedoel, dat binnen
een sector men op een gegeven moment moet durven schuiven als er duidelijk
andere prioriteiten gesteld worden.
Wethouder MENNE: Voorzitter, inderdaad is in het verleden gebleken dat
bezuinigen lang niet altijd pijn betekent.
Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Voorzitter, ik heb een aantal opmerkingen te
beantwoorden, onder andere van de heer Van Gelder. Met de definitie van
langere openstelling is uitdrukkelijk bedoeld het openstellen voor vijf
dagen in de week. In 1985 hebben we moeten ervaren dat we geen vijf dagen
in de week open konden zijn, dat we in vakanties zelfs moesten sluiten.
Met langer bedoel ik uitdrukkelijk: we zijn nu vijf dagen in de week open,
het gehele jaar door. Een andere opmerkingen van de heer Visser dat het
knelpunten van mij zouden zijn, dat is natuurlijk absoluut niet zo. Het
zijn knelpunten binnen ons apparaat. Ik kan best begrijpen dat hij daar
wat moeite mee heeft. Ik wil het natuurlijk nog wel eens in de commissie
personeelszaken behandelen, maar ik moet erbij zeggen dat we dat vorige
week gedaan hebben en dat uw fraktiegenote daar ook bij aanwezig was en
om nadere informatie heeft verzocht die ik u op het nippertje heb kunnen
verstrekken bij wijze van brief van 28 mei. Uw fraktiegenote heeft mij
zojuist voor de vergadering laten weten dat zij daar bijzonder blij mee
was, dat het alles een stuk verduidelijkte. Ik zou u toch willen aanraden,
omdat u nu een fraktie van twee mensen hebt, om eens te gaan praten met
uw fraktiegenote.
Mevrouw TOMASSEN: Het stuk van gemeentewerken was echter niet onderbouwd.
Dat miste ik nog.
Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Dat zou kunnen. Ik wil daar echt nog wel een
toelichting op geven in de commissie personeelszaken. Volgende week hebben
wij een vergadering, daar zal ik het behandelen. Ik vraag u alsnog dit
krediet gewoon te voteren, het valt onder het goedkeuringsbeleid van B&W
er wordt geen geld uitgegeven als er geen echte knelpunten zouden zijn,
dat kan ik u garanderen. Ik wil toezeggen dat ik van alle uitgaveposten
in de commissie personeelszaken melding zal doen. Ik denk dat we dan een
eind tot elkaar kunnen komen. Wat betreft de medezeggenschapscommissies
denk ik niet -maar ik loop nog niet zolang mee- dat incidentele personeels
uitgaven in die richting verantwoord hoeven te worden.
VOORZITTERIk stel voor de diskussie te sluiten.
Mevrouw BLOMMERS: Voorzitter, de wethouder bedrijven zou mij nog vertellen
hoe het gaat met de perceptiekosten, bij de teruggave van de niet-geraamde
winst.
Heer VAN GELDER: Ik zou ook wel graag nog een duidelijker antwoord willen
hebben op mijn vraag of er in de commissie personeelszaken nog een keer