29 mei 1986
- 19 -
te vroeg aan de tweede ronde begon, omdat de vragen uit de eerste ronde
nog niet waren beantwoord, zodat ik nu in tweede instantie gewoon wil zeggen
wat ik zou hebben willen zeggen na het vernemen_.van de antwoorden.
Ik zou inderdaad, gegeven de antwoorden, met name van de heer Van Logtenstein,
de bereidheid hebben om het krediet thans wel te voteren. Ik heb enige
twijfels bij de houdbaarheid van het antwoord van de heer Plomp, maar ik
zie de inspraakavond van volgende week zo dichtbij dat ik denk dat u toch
verstandig met de resultaten daarvan zult omgaan. Prima, die langzaam ver-
keersroutes, ook zoeken naar mogelijkheden van medegebruik door landbouwver-
keer, wel roept dat een ander punt op waar ik nu al uitdrukkelijk van gezegd
wil hebben dat ik mij daar zorgen over maak. Dat is dat als je zo'n route
voor landbouwverkeer geschikt maakt, dat er dan ook gewone auto's over
blijken te kunnen rijden. Als er nu iets niet moet, dan is het dat. Dus
ik zou de waarborgen dat het gewone autoverkeer er niet opkomt, wel willen
hebben.
Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Het is uitdrukkelijk niet zo, mijnheer Pothuizen,
dat het een weg wordt die opengesteld wordt voor landbouwverkeer. Die bedoeling
is er niet en dus is het ook niet mogelijk om daar andere voertuigen te
hebben. Het is alleen zo dat het een deel van De Eng is en die wordt nu
eeenmaal beploegd. De agrariërs moeten daar met een voertuig kunnen rijden,
een aantal aangrenzende percelen moeten bereikt kunnen worden. Uitdrukkelijk
om die percelen te bereiken zal je moeten toestaan -dat bedoelde ik met
het aftasten van de eigendomsverhoudingen- dat een enkele tractor met een
aanhangwagen daar passeert. Het is dus niet opengesteld voor algemeen land
bouwverkeer.
Heer POTHUIZEN: Mag ik daar nog kort op reageren, voorzitter? Het gaat
cm het bieden van de mogelijheid en het feit dat je daardoor dus ook anderen
uitlokt. Als maar de waarborgen worden geschapen dat daar inderdaad alleen
het eigenlijke verkeer kan komen, dan vind ik het goed.
VOORZITTERKunnen we daarmee de discussie afsluiten en het voorstel aan
nemen?
Heer VAN DEN BREEMER: Ik wil nog een stemverklaring afleggen, voorzitter.
Mijn fraktie zal voor dit voorstel stemmen, persoonlijk zal ik tegen stemmen
om procedurele redenen.
VOORZITTER: Met de aantekening dat de heer Van den Breemer geacht wil worden
tegen te hebben gestemd, wordt het voorstel aangenomen.
Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor de reconstructie
van een gedeelte van de Soesterbergsestraat en de Korte Ossendam.
VOORZITTERIk heb begrepen dat dit punt nog de nodige diskussie zal gaan
opleveren. Ik wou u wel wijzen op de twee instanties, want dit zijn onder
werpen waar je eindeloos op door kan gaan, heb ik de indruk. Dus ik stel
voor ons echt te houden aan de twee-instanties-techniek die we met z'n
allen zo belijden.
Heer EBBERS: Voorzitter, mijn fraktie gaat akkoord met uw voorstel. Dat
zal misschien een aantal mensen verbazen, maar wij gaan er wel mee akkoord.
We zijn de laatste weken bestormd door alle mogelijke brieven die in feite
alleen maar inhouden dat men een complete verplaatsing van het busstation
wil. Uw voorstel handelt in feite over twee dingen. Het eerste is het asfal
teren van de Korte Ossendam. Hierover is duidelijk met de betrokkenen in
de procedure over gesproken, zoals ook in het stuk staat vermeld. Men wenste