19 juni 1986
- 23 -
ingesteld, die is ook bedoeld om een aantal zaken in te bespreken, zoals
de vraag of je bij de berekening nu uit moet gaan van 11 cent of 12 cent.
Dat soort discussies moeten daar gevoerd worden en niet in de raad.
Heer MEILOF: Voorzitter, ons inziens is het zeer terecht dat dit voorstel
op tafel komt, dat we warmte terugwinnen enz. zodat er zuiniger met energie
wordt omgegaan. Het is alleen jammer, daarin ben ik het volledig met de
voorgaande sprekers eens, dat er zoveel onduidelijkheid ontstaat, ook al
intern in de brieven van afdeling I en van het gas- en caibedrijf over
de functie van het warmtewiel. Ik kan mij dan ook op deze wijze, vanuit
de formuleringen zoals ik ze gekregen heb van u, niet hierachter stellen.
Mogelijk valt er nog te overtuigen door de wethouder, maar anders kan ik
mij eerder vinden in het voorstel van D'66.
Heer WIJMENGA: Voorzitter, alles overwegende wat wij de laatste paar weken
in dezen over ons heen hebben gekregen, hetgeen niet zo'n erg duidelijke
zaak was, dunkt het ons goed om de weg te gaan zoals die geschilderd is
door de VVD-fraktievoorzitterWij denken dat we ook beter de zaken nog
eens op een rijtje kunnen zetten en wij denken dan ook wel uit te komen
in de richting van de heer Van Esseveld. In principe lijkt ons echter de
weg die de heer Krijger genoemd heeft, de beste.
Heer BOERKOEL: Mijnheer de voorzitter, het voor ons liggende amendement
van D'66 geeft aan wat via de berekening is aangetoond. Dat is een hele
technische berekening, die ik als niet-technisch op het gebied van warmte
en energie nauwelijks begrijp en ik denk de meesten in de raad niet. Er
zijn er die het gelukkig wel begrijpen, dan is het praten over het amendement
wat makkelijker. Daar ik niet wil praten over de situatie zoals die hier
staat onder agendapunt 16, uw voorstel met HR-ketels én warmtewiel, denk
ik dat het amendemt van D'66 voldoende aangeeft dat een HR-ketel voldoende
is om enerzijds energie terug te winnen, zonder extra uitgaven te doen
voor het warmtewiel en dat ik u verder zou willen voorstellen, daar waar
in het voorstel van D'66 gepraat wordt over het niet-corrigeren van de
meerjarenraming, om -zoals gebruikelijk is in 'de bouw- tegenover de meer
kosten minderkosten te laten stellen. Als het onverhoopt dus toch zo mocht
zijn dat een situatie als deze meerkosten met zich meebrengt, dan moet
u de architect die gehouden is de bugetten te bwaken ten aanzien van de
bouw, vertellen dat er minderwerk tegenover meerwerk hoort te staan en
dat anders eerst de post onvoorzien aangesproken dient te worden, alvorens
met voorstellen te komen ter overschrijding van de budgetten.
VOORZITTERAlvorens de wethouder het woord te geven om meer op de technische
kant van de zaak in te gaan, eerst iets over de procedure. Velen van u
hebben daar even bij stilgestaan en terecht naar mijn gevoelen, want het
is een beetje ongelukkig gegaan. Dat lag ook een beetje aan de omstandig
heden, omdat eerst werd gezegd dat er zeer snel moest worden besloten,
ik meen binnen twee weken. We hebben toen de stap gezet die voorgeschreven
is, namelijk het uitschrijven van een vergadering van de begeleidingsgroep
politiebureau uit de raad. Daar hebben wij uitvoerig over deze zaak gesproken.
Deze groep heeft gezegd: wij gaan akkoord met uw voorstel, mits er aan
twee voorwaarden wordt voldaan. Er moest worden nagegaan bij anderen of
inderdaad de berekeningen in de praktijk ook klopten met wat hier op papier
werd voorspeld. Daarnaast moest worden nagegaan of er ook gemeenten of
overheidsinstellingen waren die ervaring hadden met deze zaak. Dat waren
de twee punten die door de commissie met name naar voren werden gebracht.
Verder is er gezegd, procedureel, laat er een gewoon kredietvoorstel komen,
dat via de normale weg door de commissie bedrijven en door de commissie
financiën loopt, dan komt het daarna in de raad. Die route hebben we dus