23 oktober 1 986 - 13 - komen te staan. Ik vind die verhouding totaal scheef. Heer POTHUIZEN: De heer Van den Breemer moet een bijzonder man zijn dat hij al twee instanties gehad mag hebben als ik nog aan de eerste moet beginnen. Maar dat vergeef ik u graag, voorzitter. Ik merk toch op dat we in het door velen gewaardeerde rapport van DHV drie varianten hebben gevonden, waarvan je er toch van twee mag zeggen dat het behelpen blijft en dat er één is die kan leiden tot de situatie die we in Soest met z'n allen graag hadden willen hebben. Alleen hebt u er een zogenaamde "min" op weten te zetten, zodat het een I- variant is geworden. Het ging helemaal om 40 mens- dagen per jaar als struikelblok, 20 van één discipline en 20 van een andere discipline. Ik denk dat zelfs onze eigen ambtenaren niet begrepen hebben waarom je daar een struikelblok van moet maken, omdat je, door in de leges het een en ander te regelen, dat helemaal niet zo moeilijk hoeft te laten zijn. Het betekent alleen dat de door de heer Menne geciteerde bedragen ietsje anders zouden komen te luiden daar waar op pagina 2 van voorstel 6 nu 286.000,= uitkomst is zou, vanwege die 40 mandagen die er dan nog bij zouden moeten, 303.000,= komen te staan. Dat delen wij door twee en zo komen we vanzelf weer uit waar we moeten zijn. Ik concludeer eigenlijk dat het wat riskant is om vanavond te zeggen dat we het toch maar zouden moeten doen. Ik denk dat we iedere in deze raad aanwezige fraktie toch nog eens de ruimte zouden moeten geven om met de informatie die u ons nog gaat verschaffen een duidelijk oordeel te vormen. Ik heb er dus voorkeur voor om dit punt nog een raad over te zetten. VOORZITTER: Welk punt? 5 én 6, dat zijn dus twe'e punten, begrijp ik. Heer POTHUIZEN: Daar hebt u gelijk in. VOORZITTERDan hebt u toch de tweede keer in de eerste instantie. HeerVISSERVoorzitter, om even de zaak precies op een rijtje te zetten: ik sluit mij hierbij aan. Ik vind ook dat het even uitgesteld moet worden, want de eerste variant moet volledig worden toegepast. Wethouder MENNE: Ik heb daar geen problemen mee. Ik wil wel zeggen dat we hierover twee brieven intussen de raad hebben doen toekomen, voorzitter. Het is inderdaad zo, dat er nu weer een aspect bijkomt dat ook in de commissie financiën is geweest, hetwelk eigenlijk toch wel een kostenverhoging betekent en daarmee -zoals de heer Pothuizen ook zegt- weer invloed heeft op de mate van legesverhoging indien je inderdaad op 50% weer wilt uitkomen. Er komt weer een bedrag van ongeveer 17.000,= bij door die 2 x 20 manuren per jaar. Voorzitter, ik denk dat dat inderdaad wel kan, dan hebben we bij de begrotingsbehandeling de andere tarieven ook, dan kunnen deze tarieven gelijktijdig behandeld worden. VOORZITTERDe heer Menne stelt dus voor om dit punt één maand aan te houden, maar ik kijk toch ook even naar mijn rechterbuurman, want het gaat namelijk ook over punt 5 en dan kom ik toch een beetje bij de heer Pothuizen als hij in enkelvoud spreekt. Want wat is er eigenlijk op tegen om punt 5 wel aan te nemen, waarbij ik ook even kijk naar de mogelijkheden om rijkssubsidie te krijgen. Misschien is het verstandig om dat punt toch af te handelen. ijven Wethouder PLOMP: Mijnheer de voorzitter, gezien de stand van zaken in de discussie is het toch even moeilijk om wat dat betreft over de standpunten zoals die al zijn verwoord -als ik het.goed begrepen heb wil men de zaak toch eigenlijk voor wat betreft het financiële aspect aanhouden- opmerkingen te maken. Ik zou alleen dit in het midden willen brengen over voorstel 5,

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1986 | | pagina 218