19 november 1986
- 29 -
In ieder geval moet daarover gesproken kunnen worden, het moet niet al uit
gegeven zijn aan iets ander.
De bouw van het politiebureau verloopt inderdaad buitengewoon voorspoedig,
het komt voor de winter glasdicht, dat heeft u zelf ook kunnen constateren.
Het gaat met zeer veel vaart. De kostenbesparing die daaruit zou kunnen
voortvloeien en andere gegevens over rente die lager zou zijn en wat dat
betekent, zou ik bij de afrekening willen bezien. We zullen uiteraard trachten
de rekening tot het laagst mogelijke niveau te beperken.
Ik constateer dat de raad unaniem achter de voorstellen staat. Daar ben
ik erg blij mee en ik hoop dat dat een duidelijk signaal is van ons allen
hier aan de politie dat wij van harte en voor 100% achter de politie staan,
ook nu daadwerkelijk door deze voorstellen zo concreet aan te nemen. Dat
wil ik toch uitdrukkelijk zeggen, ook naar degenen van de politie die hier
aanwezig zijn.
Wethouder MENNE: Als wethouder onderwijs wil ik toch even ingaan op wat
de heer Meilof vraagt ter voorkoming. Wij hebben u laten weten dat de verkeers-
lessen op school doorgaan, zoals wij hebben voorgesteld. Dat is natuurlijk
ook, zij het natuurlijk een onderdeel, iets ter voorkoming- van ellende.
Verder zou ik op de vraag van de heer Verheus willen zeggen dat, indien
blijkt dat de rentecorrectie dient te worden toegepast, dat inderdaad ook
gebeurt. Het zal ongeveer 1 a schelen.
VOORZITTER: Tenslotte de motie Visser. Ik meen dat ik maandag al gezegd
heb dat hoe sympathiek de motie op zichzelf door iedereen gevonden wordt,
zeker door de politie zelf, maar ook door iedereen in de raad, het toch
alleen een kwestie is van hoe je het kunt organiseren. Als u vraagt of
we bereid zijn extra geld naar de politie te brengen dan is dat een afweging
tegen alle andere uitgaven die je hebt, de meevallers en de tegenvallers.
Vooralsnog was het voorstel van het college om uit te gaan van het meerjaren-
niveau zoals dat nu in de begroting vastligt en daarbinnen te trachten
de politie zo goed mogelijk te organiseren. Dat betekent dat als de werkgroep
komt met bepaalde voorstellen over de besteding van gelden, de gemeentelijke
bijdrage en dat soort dingen, je altijd nog kunt kijken wat je doet. Maar
op dit moment zou ik dus willen zeggen, hoe sympathiek de motie ook is,
dat we eerst nu maar eens het werk van de werkgroep moeten afwachten. Wat
dat betreft zou ik dus de motie willen ontraden.
Mijnheer Verheus heeft nog gevraagd om over een half jaar nog eens in a.b.z.
te praten over het werk van de huismeester. Dat is akkoord.
Heer MEILOF: De heer Menne gaat heel kort, vanuit één facet,namelijk de
voorlichting op scholen, op mijn vraag in. Ik wil even een kort voorbeeld
geven. Als wij ergens een voetbalveld hebben waar alleen op zaterdag gevoet
bald wordt door mensen met nopjes onder de schoenen en doordeweeks wordt
dat veld de hele week kapotgetrapt en we willen dat veld sparen, dan gaan
we niet alleen naar die voetballers kijken of ze de nopjes iets kleiner
kunnen maken, dan gaan we kijken wat er doordeweeks gebeurt, wat er dan
allemaal beschadigd wordt. Op die manier praat ik ook over de politie als
een fundamenteel samenlevingsprobleem en niet als een probleem van de politie
zelf. Daar komt het nu veel te veel terecht, wij suggereren alsof het probleem
bij de politie zelf ligt, alsof we dat moeten gaan oplossen.Daarom vraag
ik van u de toezegging dat we in dat beraad ook breder gaan kijken naar
de algemene problemen die van buitenaf komen,'om de zaken op te lossen.
VOORZITTERJe kunt het zo breed trekken als je wilt, maar je zit toch
met een paar dingen. We hebben een duidelijke omschrijving van de taak
gegeven, die hebben we op schrift gesteld en daar is de raad mee akkoord
gegaan. Dat is het uitgangspunt van het werk voor de werkgroep, daar kan
