nr. 11
- 1 -
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente Soest
op maandag 17 november 1986 te 19.00 uur.
Voorzitter: de heer Mr. P. Scholten, burgemeester;
Secretaris: de heer W.P. de Kam.
Tegenwoordig de leden: J.A. Baks, G. Beijen, W.A. Blaauw, mw. A. Blommers-
Biezeno, C. Boerkoel, A.W. van den Breemer, J.J. Ebbers, J. van Esseveld,
R.E. van Gelder, mw. B.M. Gerritse-van Ee, mw. J. Greefhorst-van Overdam,
F. Kingma, A.F.M. Krijger, R.A. van Logtenstein, mw. A.M. Meijer, W.R.
Meilof, J.L. Menne, J.Th. Oudemans, G.A.W.G.A. Plomp, A.E.C. Pothuizen,
mw. W.A.A. Stekelenburg-Ruitenburg, H. Strietman, mw. A.DTomassen-Holsheimer
C. Verheus, J. Visser,(wat later) mw. M.J. Weidema-Woensdregt en R. Wijrnenga.
VOORZITTERWe kunnen de begrotingsbehandeling in een complete vergadering
gaan starten, omdat ik geen afzeggingen heb ontvangen. Alvorens te beginnen
met de algemene beschouwingen heb ik het verzoek gekregen van de heer Pot
huizen om over de orde van deze vergadering even in het kort iets te zeggen.
Heer POTHUIZEN: Dank u wel, mijnheer de voorzitter, deze raad heeft een
proef willen starten met de wijze van begrotingsbehandeling op een andere
manier dan voorheen, maar voordat die proef daadwerkelijk kon worden genomen,
is hij dus mislukt. Er is op een essentiële plaats in de constructie een
baksteen tussenuit gevallen waardoor de hele constructie is ingestort en
zoals wij uit het hoofdartikel van de Gooi- en Eemlander van afgelopen
zaterdag hebben kunnen lezen, hebben wij als raad -en misschien ik als
initiatiefnemer dan in het bijzonder- een volledig verkeerde taxatie gemaakt
van de taakopvatting van de pers. De realiteit is zoals die is, mijnheer
de voorzitter en de discussie of de taakopvatting van de pers zoals de
Gooi- en Eemlander die heeft verwoord per definitie moet leiden tot de
uitkomst die we nu kennen, die kunnen we maar beter op een later tijdstip
voeren. Voor mij geldt in ieder geval datgene wat in de politiek ons steeds
voor ogen moet staan: ieders mening verdient respect. Dat betekent dus
dat we nu moeten kiezen voor een procedure die toch aan ieders belangen
recht doet, die van het aanwezige publiek en die van de hier vertegenwoor
digde frakties en ik denk dat die procedure .eigenlijk geen andere kan zijn
dan de klassieke. Ik zou u dus voor willen stellen om iedere fraktie de
ruimte te gunnen die zij denkt nodig te hebben voor haar algemene beschouwingen
En ik stel u ook voor om in het komend voorjaar in a.b.z. nog maar weer
eens een keer van gedachten te wisselen over wat dan toch de beste behandelings
wijze van de begroting zou zijn.
VOORZITTERAls iedereen zich kan vinden in deze gedachtengang, dan heb
ik er weinig aan toe te voegen van onze kant. Als de raad wil proberen
tot een nieuwe aanpak te komen dan zullen wij inderdaad dan met z'n allen
verder trachten een nieuwe aanpak te vinden. Als het niet op deze manier
kan dan gebeurt het op een andere manier. We zullen zorgen dat we het doen
zoals we het zelf willen. Ik stel voor nu over te gaan tot de orde van
de dag, dat wil zeggen dat wij nu de algemene beschouwingen houden. Daarbij
is het verzoek gekomen, dat is afgestemd met de fraktievoorzittersom
te trachten het toch wat hier en daar in verkorte vorm te doen opdat de
tijd die wij hebben, die wij onszelf hebben toegemeten, voldoende is voor
de totale behandeling van de begroting over de dagen die we daarvoor hebben
uitgetrokken. Dat betekent dat, mochten de fraktievoorzitters hier en daar
een klein stukje wat korter weergeven dan in de geschreven tekst staat,
de geschreven teksten in ieder geval aan de notulen worden toegevoegd,
zodat die in ieder geval compleet bij de notulen behoren. Wij als college
kennen deze teksten en zullen daar ook gewoon op ingaan.