17 november 1986
- 6 -
neemt een GSD (gemeentelijke sociale dienst) in elke gemeente een aparte
plaats in. In dat licht dringen wij er bij het college op aan om bij de
gemeentelijke reorganisatie deze naam, die voor iedereen een begrip is,
te handhaven. Dan iets over Soesterberg.
Het voornemen van het college om als zodanig periodiek overleg te plegen
met de Soesterbergse bevolking juichen wij van harte toe. Bijzondere aandacht
verdient ons inziens de plaatselijke middenstand. Daarbij denken wij onder
andere aan de reconstructie van de Rademakerstraat. Wanneer wordt daar
een begin mee gemaakt? Onze fraktie vraagt het college stappen te ondernemen
die zouden kunnen leiden tot realisering van een aantal verzorgingsunits
voor de oudere inwoners van Soesterberg. Is er in dat opzicht al overleg
met bijvoorbeeld Molenschot en/of de Drie Eiken geweest? Wij prijzen ons
gelukkig dat het college van Gedeputeerde Staten schijnbaar dezelfde mening
is toegedaan als die waarvoor wij gepleit hebben in diverse commissies
met betrekking tot de annexering van een stukje van Zeist. Als de berichten
juist zijn, houdt dat in dat de Kamp van Zeist, onze begraafplaats en
de rioolzuivering na de gemeentelijke herindeling binnen de grenzen van
onze gemeente komen te liggen.
Een enkele opmerking over een cultureel/recreatieve gebeurtenis in onze
gemeente van veel meer dan plaatselijk belang, namelijk Landjuweel 1987.
Wij zijn van mening dat we er als gemeente trots op moeten zijn een dergelijke
happening binnen onze gemeentegrenzen te krijgen. Wij geven het college
weliswaar geen blanco cheque, maar de CDA-fraktie is bereid binnen het
kader van de financiële mogelijkheden het organisatiecomité alle medewerking
te verlenen.
Mijnheer de voorzitter, aan het eind van deze algemene beschouwing past
dacht ik een woord van dank aan al het personeel dat wij hier in de gemeente
in dienst hebben. Zij hebben zich het afgelopen jaar voortreffelijk ingezet
voor het belang van onze gemeente. Namens onze fraktie wens ik u, het college
en de raad, Gods zegen toe bij dit werk.
Heer KRIJGER: Mijnheer de voorzitter, van de nood een deugd makend, wil
ik toch proberen datgene wat beoogd was -kort een aantal dingen te noemen-
te bewerkstelligen. Dat wil dus zeggen dat ik de beschouwingen niet helemaal
zal voorlezen, alleen daar waar een antwoord wordt verwacht op een aantal
vragen en opmerkingen, uiteraard die wel, anders zou om een procedurezaak
kunnen worden gezegd: die opmerkingen worden niet als ingelast beschouwd.
Allereerst moet ik wel opmerken dat het mij bevreemdt dat wij pas zaterdag
wisten wat er ging gebeuren. Was voorlichting niet op de hoogte? Daar zou
ik graag een antwoord op willen hebben. Wat ik oversla in de beschouwingen
zijn de standpunten die we kunnen weergeven. Waar het om draait is een
aantal vragen. De gemeente is een huishouden, wordt wel eens beweerd. Dat
vinden wij een passende omschrijving. De gemeente gaat ook met een gezins
inkomen om. Zal ernaar moeten streven -dat klantgerichte dat wij beogen
met die middelen zorgvuldig om te gaan. Dat vereist ook wel een zeer duidelijk
aangeven van wat er precies met de middelen gebeurt, wat de middelen zijn.
Recht toe, recht aan, geheimtaal vermijden. Want hoe begrijpen wij recente
"meevallers"? Een meevaller is vaak een lagere kostenpost dan gepland,
die onmiddellijk weer moet worden uitgegeven. Bezuinigen op bijvoorbeeld
welzijn is veelal meer uitgeven dan vorig jaar, maar minder dan men van
plan was. Mijn fraktie hecht eraan dat ook als de begrotingsbehandeling
is aangevangen, eventuele wijzigingen aan inkomsten-en/of uitgavenkant
zo kort en duidelijk mogelijk worden gemeld. Dan zijn vele vragen en uitge
breide antwoorden vermijdbaar. Zoals de laatste dagen, waarin regelmatig
nog brieven door de brievenbus kwamen. Kan het college daar naar streven
voor de komende jaren?
Met betrekking tot welzijn een paar korte opmerkingen. Of de verhoudingen
van de gemeentelijke bijdragen voor welzijn ook zodanig zijn bedoeld of