2 - 3 - -gesteld. zo goedkoop mogelijk met subsidie en gemeentegarantie gebouwd worden, zodat ze ook bereikbaar worden voor de lagere inkomens, dat zijn dan denken wij niet de laagste inkomens, dan is die kloof in de standpuntbepaling nog verder verkleind. Natuurlijk, u weet dat uit ons program, willen wij het eigen woningbezit bevorderen, maar het kan en mag natuurlijk niet door mensen te dwingen tot kopen. Dat moet je realiseren door een beleid dat de mensen in staat stelt te kopen door subsidie, gemeentegarantie, goedkope bouw en al die dingen meer, soms nog door nieuwe ideeën die we hebben ook hebben zien opkomen in deze raad. Dan zal wel blijken dat velen niet willen kopen en zelfs de goedkoopste woningen ook niet eens kunnen kopen. Met dat soort gegevens moet je op evenwichtige wijze rekening houden. Daar heeft ons beleidsprogramma ook uitdrukkelijk rekening mee gehouden. Nu gaat het dus om de status van de nota. Dat twistpunt in het oorspronkelijke voorstel blijkt in het nieuwe voorstel gewoon niet meer genoemd te worden. Wij zouden het voorstel van de meerderheid van het college slechts kunnen steunen als het college bereid is het volgende uit te spreken: ten eerste dat ze dat volkshuisvestingsprogramma kwantitatief en kwalitatief af zal stemmen op de eerste bijstellings- of deelnotitie, dat de niet-geregistreerde vraag naar nieuwbouw evenwichtig gewogen zal worden in dat programma met de totale vraag naar nieuwbouw, dat ook de te bouwen koopwoningen kwantitatief en kwalitatief afgestemd worden op de totale vraag overeenkomstig de bevin dingen bij die eerste bijstellingsnotitie en dat het aannemen van het voorstel dat u nu hebt voorgelegd met inachtneming van die punten inhoudt dat de volkshuisvestingsnota samen met het geamendeerde voorstel is vastgesteld. Mevrouw GREEFHORST: Mijnheer de voorzitter, in grote lijnen ben ik het eigenlijk eens met wat de heer Pothuizen zegt, want we hebben nu weliswaar een nieuw stuk, maar onze fraktie had ook een wat duidelijker en eensluidender standpunt van het college verwacht na de discussie met name in de commissie ruimtelijke ordening, waar de meerderheid voor vaststelling van deze nota was na aanvulling van de deelnotitie die we nog krijgen in onder andere de koopsector. Marktconform bouwen zei de vertegenwoordiger van de woning bouwvereniging in die^vergadering en zo zouden wij het ook graag zien. Met het vervallen van het vijfde gedachtenstreepje verklaren, zoals het college voorstelt, hebben wij dan ook wat moeite. Kan het college meegaan met de suggestie om uit dat zinnetje alleen het getal 2/3 deel te laten vervallen? Wij denken namelijk dat iedere vorm van woningbouw bezien moet worden, vandaar ook de volgende vraag. Wil het college de zinsnede zoals door u zelf geformuleerd in raadsvoorstel 9 op pagina 2 toevoegen? Daar staat namelijk dat het college bereid is te onderzoeken of er mogelijkheden zijn een project kleine woningen met matige huren te realiseren in de vrije sector. Tot slot willen wij graag die nota vastgesteld zien als een van de bouwstenen van het te voeren beleid, want ook de bestaande voorraad woningen dient bij het beleid betrokken te worden en daar hebben we deze nota voor nodig. Nu ook de koopsector duidelijk is ingebracht, handelen we ook conform het collegeprogramma. Daarom verwachten we dat het college hierin mee kan gaan. Heer KRIJGER: Mijnheer de voorzitter, nadat er overleg geweest is in de commissies, vinden wij dat het college snel heeft gereageerd door het oor spronkelijke voorstel aldus te wijzigen. Wij zijn er blij mee, omdat nu wat duidelijker is datgene wat we kunnen gaan hebben aan deze volkshuis vestingsnota, hoewel hier en daar misschien wat gestoeid kan worden of die nu vastgesteld moet worden of niet. Wij denken dat met het aannemen van de nota met daarbij het raadsvoorstel dat er uiteraard bij hoort, dat is nooit helemaal los te zien, dat daarmee een van de bouwstenen is vast gelegd voor het te voeren volkshuisvestingsbeleid. Omdat een aantal van de gegevens in de nota gebaseerd is op een wat beperkt onderzoek, wat een

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1986 | | pagina 332