19 november 1 986
- A -
aantal keren ook besproken is in de commissies, is het niet zo dat ons
hele beleid daarop kan worden afgestemd. Maar daarom zijn we ook blij met
datgene wat erbij staat: de eerste bijstellings-, respectievelijk deelnotitie
zal betrekking hebben op het volgende stuk waardoor het beleid meer concreet
vorm kan gaan krijgen, waardoor we op een gegeven moment ook, zoals dat
zo mooi genoemd wordt, marktconform gaan bouwen. Dat vertalen we zó dat
je datgene gaat bouwen waar de vraag op gericht is, niet alleen de vraag
naar de huursector, maar ook de vraag naar de koopsector, zoals Soest nu
eenmaal historisch is gegroeid. Je mag dat best willen veranderen, maar
ik denk dat we rekening moeten houden met datgene wat in Soest zo ontstaan
is en rekening houden met de samenstelling van de bevolking.
Nog even een korte reactie naar aanleiding van de brief die u genoemd hebt
en die betrokken wordt bij dit raadsvoorstel. Wij zijn zeer blij met het
goede overleg dat gevoerd wordt vanuit het college met de woningbouwvereni
gingen. Wel echter een kanttekening vanuit mijn fraktie, de verantwoordelijk
heid voor de gemeente is een ruimere dan de verantwoordelijkheid van de
woningbouwverenigingen. Vandaar ook dat we begrip hebben voor datgene wat
wordt aangedragen vanuit het overleg met de woningbouwverenigingen, maar
dat wij de nota zoals die nu door de meerderheid van het college -en we
hopen zo meteen toch door het hele college- wordt voorgesteld, toch willen
vaststellen in deze aangepaste vorm, zal duidelijk zijn.
Heer VAN GELDER: Voorzitter, met betrekking tot het voorstel hebben wij
eigenlijk toch wel een probleem. De nota zoals die er ligt wijkt toch op
een aantal punten af van het uiteindelijke collegevoorstel. Wij vinden
dat de nota vastgesteld zou moeten worden, maar we zeggen tegelijkertijd
dat met het voorstel dat erboven ligt, als je dat tegelijkertijd vaststelt,
je dan niet goed weet wat je nu precies vaststelt. De nota -ook als je
het daar niet geheel mee eens bent- is in ieder geval cijfermatig behoorlijk
onderbouwd. De uitgangspunten die het college formuleert zijn dat niet,
daar zit wat onevenwichtigheid in daar waar beide haaks op elkaar staan.
De cijfermatige onderbouwing van de afwijking die het college voorstelt
is er niet. U geeft uiteraard aan dat u die nog gaat maken, maar het geheel
komt daarmee toch in een wat merkwaardig daglicht te staan. Wij hebben
ons gebogen over de vraag wat nu eigenlijk de positie van deze nota zou
kunnen zijn in relatie tot het ontstaan. Daar bedoel ik het volgende mee.
Mijn fraktie pleit al jaren voor het tot stand komen van een volkshuis
vestingsnota, maar pas op het moment dat de Provincie haar beleid zodanig
heeft gewijzigd dat aan de gemeente gevraagd is om volkshuisvestingsplannen
te maken, die als toetssteen zouden kunnen dienen bij bestemmingsplannen,
heeft de raad van de gemeente besloten om dan inderdaad zo'n ding te maken.
Wij hebben ons afgevraagd wat je daarmee nu eigenlijk zou moeten. Overigens
was die vraag nog dwingender bij uw eerste raadsvoorstel waarin u voorstelde
om de nota terzijde te leggen. Dat staat er nu niet meer in, maar er staat
ook niet in dat hij vastgesteld wordt. Blijft dus de vraag wat nu eigenlijk
de betekenis is van een door de raad vastgesteld raadsvoorstel 86-206 en
een daaronder liggende niet-vastgestelde beleidsnota. Hoe stelt u zich
voor dat naar de Provincie te presenteren, welke rol moet het daar gaan
spelen, accepteert men dat daar? Wij hebben gewoon eens geïnformeerd naar
de procedures binnen de Provincie en hoe zaken daar plegen te lopen. De
informatie die wij van de zijde van de Provincie kregen bevestigt ons bange
vermoeden dat we ook daar met dit voorstel niet de handen op elkaar zullen
krijgen. Het voorstel van mijn fraktie is dan ook om toch wat voorzichtig
te zijn hiermee en eerst nog eens te kijken of we nu niet een raadsbesluit
kunnen nemen waar de top ook in overeenstemming is met de cijfermatige
onderbouwing. Wij zouden u dus in overweging willen geven om dit stuk een
maand aan te houden om toch wat nader overleg daarover te kunnen plegen.
Mocht dat niet zo zijn, dan zal ik u een ander voorstel doen met betrekking