- 5 -
tot de behandeling. Ik zou graag eerst uw antwoord op dit aspect willen
horen.
.len
'P
id
■,elt,
)rlijk
1
sheel
;e.
üg
innen
;n,
iken.
Lgens
:elde
iaat
il ijk
ïn
aar
aange
Llen
tig
Luit
aen
n.
cking
Mevrouw TOMASSEN: Mijnheer de voorzitter, Progressief Soest is het ook
niet eens met het voorstel zoals dat voor ons ligt, zoals de meerderheid
van uw college dat voorstelt in ieder geval. Want wat gebeurt er als we
dit voorstel aannemen zoals het nu voor ons ligt? Dan ontkrachten wij geheel
de conclusies die in de volkshuisvestingsnota staan, namelijk dat in onze
gemeente de grootste behoefte bestaat aan goedkope woningen. Juist als
het waar is wat u op bladzijde 2 van uw voorstel stelt, dat het rijksbeleid
inzake de contingenten zo is dat Soest minder contingenten krijgt dan gezien
de vraag naar goedkope woningen nodig zou kunnen zijn, heeft de wethouder
van r.o. deze nota nodig als extra ruggesteun in zijn onderhandelingen
met het H.I.D. Onderhandelingen bij meerjarenafspraken op hoog niveau,
die al twee jaar aan de gang zijn, die volgend jaar in een beslissende
fase zijn, die bevestigd moeten worden op basis van gegevens uit deze
volkshuisvestingsnota. Hiervoor zal de nota vastgesteld moeten worden.
Mijnheer de voorzitter, wij weten toch allemaal dat het volkshuisvestings
probleem ligt bij de woningen voor mensen met lage inkomens. Voor die mensen
moeten wij ons als gemeentebestuur als eerste inzetten. Dit zijn voor een
groot deel de mensen die bij ons ingeschreven zijn. De woningbouwverenigingen
zullen met de wethouder van r.o. moeten knokken om de flats zo goed mogelijk
te renoveren voor zo laag mogelijke kosten. We weten toch allemaal dat
vooral de flats in onze gemeente een groot probleem zijn, dat zal toch
niemand van ons hier ontkennen. Progressief Soest maakt zich niet zoveel
zorgen over die mensen die wat zoeken in de vrije sector. Daarin is duidelijk
aanbod genoeg. Wij moeten als gemeente het beleidsprogramma volgen dat onder
tekend is door alle partijen in deze raad en waarin de afspraak is gemaakt
de zorg voor een goed huisvestingsbeleid van de eigen inwoners, van de
ingeschreven woningzoekenden een hoge prioriteit te geven. Ik vind dat
we ook de woningbouwverenigingen niet in de steek kunnen laten.
Heer MEILOF: Voorzitter, uw voorstel verwondert mij ook enigszins. Daar
staan op een gegeven moment toch weer zaken in over het voorstaan van eigen
woningbezit, op die manier, dat er eigenlijk al conclusies worden getrokken
die we pas zouden moeten trekken op het moment dat we een complete volks
huisvestingsnota hebben. Het feit dat u hier zelf niet het voorstel doet
om die nota aan te nemen betekent mijns inziens dat u het zelf ook niet
compleet vindt en toch gaat u conclusies trekken. Dat verwondert mij.
Wat dat betreft spreekt mij het meest aan wat door D'66 naar voren is ge
bracht om in een iets later stadium de zaken vast te stellen.
Wat mij eigenlijk ook verwondert in het geheel is dat u errata toevoegt
aan de volkshuisvestingsnota, maar daar verder niets mee doet. Oftewel,
die pagina's waar dat bij hoort, vervallen gewoon in de besluitvorming.
Het is dus meer een symbolische daad. Voor mij zit er erg veel onduidelijks
in. Ik hoop dat we wel tot vaststelling komen, maar dan in een meer complete
vorm, dus in een iets later stadium.
Wethouder PLOMP: Mijnheer de voorzitter, de totstandkoming van deze volks
huisvestingsnota heeft, zoals iedereen weet, wel enige voeten in de aarde
gehad, het heeft wel enige tijd gekost voordat we de stukken op tafel hadden.
De stukken die op tafel liggen in de vorm van een volkshuisvestingsnota
als toelichting, die zijn tot stand gekomen in nauw overleg uiteraard met
de woningbouwvereniging en in nauw overleg met degenen die zich daar meer
specifiek mee hebben bezig gehouden. Bij de behandeling van de nota in
het college bleek dus dat wat dat betreft er standpunten waren die aanvanke
lijk nogal ver uiteen lagen en eigenlijk erop neerkwamen: hetzij de nota
zoals die was aanvaarden, hetzij daar eigenlijk niets mee doen. We hebben
i